Clementine van Zeijl over het nagesprek

Een deur die openstaat
Clementine J.J. van Zeijl
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2024;168:C5624
Download PDF

De persoonlijke ervaringen van zorgprofessionals kunnen inspirerend en leerzaam zijn voor vakgenoten. In deze rubriek biedt het NTVG ruimte om die ervaringen te delen.

artikel

‘Onlangs had ik een nagesprek met de echtgenote van meneer V. Ik had hem behandeld in verband met een gemetastaseerde ziekte. Hij kwam vrijwel altijd met zijn partner. Meneer V. was een man met een sterke persoonlijkheid: nuchter, optimistisch, een tikkeltje eigenwijs, het hart op de tong. We draaiden niet om de hete brij heen. De contacten in de spreekkamer waren altijd prettig. Er werd regelmatig gelachen.

Na enkele lijnen therapie waren er geen zinvolle behandelingen meer. Ik ging uitgebreid met hem en zijn vrouw in gesprek over de laatste levensfase, het te verwachten verloop en de mogelijke complicaties van de ziekte. Daarna droeg ik de zorg over aan de huisarts. We spraken elkaar na enkele weken nog één keer telefonisch. Kort daarna ontving ik zijn rouwkaart. Ik stuurde zijn echtgenote een kaart waarop ik een nagesprek aanbood en enkele weken later maakte ze daarvoor een afspraak.

Ze kwam op een donderdagmiddag na mijn spreekuur op de polikliniek. We spraken bijna een uur over meneer V.; over zijn ziekteverloop en stervensfase, over hoe zij met het verlies omgaat, wat ze prettig had gevonden aan het contact met het ziekenhuis en waaraan we meer aandacht konden besteden. We haalden herinneringen op en concludeerden dat hij tot het laatst de regie had gehouden. Het was voor ons allebei een prettige afsluiting van een behandelperiode.’

‘Ik voer niet na elk overlijden zo’n nagesprek. Vaak volstaat het sturen van een kaart, of een kort telefoongesprek. Je voelt wel aan wanneer een nagesprek een passende afsluiting zou zijn.

Ik bied het bijvoorbeeld aan als ik het idee heb dat de nabestaanden nog vragen hebben. Vaak beginnen ze dan over een bepaalde niet gegeven behandeling: “Waarom was immunotherapie ook alweer geen optie?” Of ze hebben nog vragen over hun eigen rol in het ziekteproces: “Had ik eerder aan de bel moeten trekken?” Maar het nagesprek biedt ze ook de gelegenheid om te reflecteren op het behandeltraject. Om hun onvrede uit te spreken over logistiek of communicatie. Of juist om complimenten te geven aan het behandelteam. Ik merk dat de gesprekken over het algemeen zeer worden gewaardeerd.

Elk nagesprek is anders: soms is het prettig en reflecterend, soms intensief en confronterend. Maar ik geloof dat nabestaanden het hoofdstuk van de ziekte en de behandeling niet goed kunnen afsluiten als er nog vraagstukken zijn die ze bezighouden. En ook voor het ziekenhuis is zo’n gesprek waardevol, al is het geen declareerbare zorg. Ik denk dat wij zonder deze feedback niet kunnen groeien.

Ook voor mij persoonlijk is zo’n nagesprek goed. Het voelt vaak onaf als ik patiënten in de laatste levensfase aan de huisarts overdraag. Natuurlijk, ik kan dan geen tumorgerichte behandeling meer geven en het is in het belang van de patiënten om zo min mogelijk naar het ziekenhuis te komen, maar hun behoefte aan zorg en begeleiding is op dat moment misschien wel het grootst. Gelukkig hebben we goede huisartsen die deze zorg kunnen overnemen. Maar ik merk dat het einde van het behandeltraject voor mij vaak abrupt is. Dan biedt zo’n nagesprek een inkijkje in de laatste fase van de patiënt, waardoor het verhaal voor mij rond is. Het helpt mij een periode af te sluiten.’

‘Tijdens mijn opleiding was er geen aandacht voor nagesprekken. Het slechtnieuwsgesprek was iets wat je moest oefenen, maar het nagesprek kwam niet aan de orde. Dat is toch iets wat je zelf moet uitvinden. Een beetje afkijken van collega’s, een keer doen en langzaam ontdekken op welke toon en met welk doel je zo’n gesprek voert. Een beetje meer aandacht hiervoor in de opleiding zou wat mij betreft gepast zijn. Al is het maar dat je arts-assistenten van alle disciplines erop attent maakt dat je op deze manier een behandelrelatie kunt afsluiten en tegelijk wat tips geeft.

Voor mij is een belangrijke regel dat ik het nagesprek ruim ná mijn spreekuur inplan, en dat ik er een uur voor reserveer. Ik bereid het gesprek voor door het dossier nog eens goed door te nemen: wat waren de bijzonderheden, wat waren bottlenecks, waarop wil ik zelf nog terugkomen? Ik zorg dat mijn telefoon uit staat en ik zit niet achter de computer. Het gaat om contact maken, oprechte interesse tonen, openstaan voor kritiek en feedback en moeilijke vragen niet uit de weg gaan. Mijn ervaring is dat het gesprek vrijwel altijd prettig eindigt, met een stevige handdruk en nieuwe inzichten.

Ik vermoed dat de meeste oncologen, hematologen en huisartsen regelmatig nazorggesprekken voeren. Maar ook binnen andere specialismen zou het een waardevolle toevoeging aan de zorg zijn. Op Palliaweb.nl staat een Handreiking voor het voeren van een nazorggesprek die doelen, criteria en tips geeft.’

Reactiekader

Uit het niets kwam ineens de diagnose voor mijn man, ongeneeslijk kanker. Een immense schok voor ons als begin vijftigers, midden in het leven. Alles in het behandeltraject was nieuw en onzeker, heel lastig voor een zeer autonome man die niet van verrassingen hield. Zonder te klagen is hij het traject ingegaan. 

Twee jaar en zeven maanden later kwam wat op dat moment het laatste consult bij dr. Van Zeijl bleek te zijn. Zij droeg hem over aan de huisarts. Hoewel in lijn der verwachting, was het voor mij zo ontzettend confronterend en abrupt. Behoorlijk van streek verliet ik zonder omkijken of iets te zeggen de spreekkamer. Achteraf voelde ook dat nog eens heel naar. Na alle prettige contacten en goede begeleiding had ik haar niet bedankt en geen fatsoenlijk afscheid genomen.

In zowel het voor- als dit natraject heb ik het volgende ervaren:

  • Er was een empathische betrokkenheid met de juiste professionele distantie.
  • Hoewel al overgedragen als patiënt, stelde mijn man het na een aantal weken telefonische contact enorm op prijs. Een kort aandachtsmoment met lange positieve nawerking.
  • Op de rouwkaart die ik stuurde om het toch nog enigszins netjes te kunnen afsluiten, kwam voor mij totaal onverwacht een handgeschreven kaart met persoonlijke tekst terug. Met nadruk op handgeschreven, want dat heb ik als erg bijzonder ervaren. Ook hier lange nawerking van verwondering en positieve geraaktheid. 
  • Aanbod nagesprek voelde in eerste instantie als belasting van een drukke specialist en heftig om daar weer te zijn. Nu in plaats van samen alleen in de wachtkamer. Maar in het gesprek waar duidelijk de volle aandacht was heb ik kunnen vertellen over de laatste weken. En begreep ik dat er daardoor ook een wederkerigheid in beleving aan het nagesprek zat. Het was prettig om op die manier iets terug te kunnen geven. Uit de grond van mijn hart kon ik bedanken voor alle goede zorg voor mijn man. In alle vrijheid om te mogen zeggen wat ik wilde. Bijzonder en voor mij enorm waardevol voor de afsluiting van dit gedeelte in mijn verwerkingsproces.

In het artikel van dr. Van Zeijl herken ik exact hoe ik haar manier van benaderen en behandelen als naaste heb beleefd. Haar aanbevelingen onderschrijf ik vanuit patiëntperspectief dan ook van harte.

Carla Valkenier

Auteursinformatie

Clementine J.J. van Zeijl is internist-oncoloog in het Flevoziekenhuis. Ze wordt regelmatig geconfronteerd met het overlijden van haar patiënten. Vaak biedt ze hun nabestaanden een nagesprek aan. Daar heeft ze zelf ook baat bij. 

Contact Clementine J.J. van Zeijl

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Journalistiek
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Froukje
Boukes

Collega van Zeijl beschrijft in haar artikel de zin van nagesprekken met nabestaanden na het overlijden van een oncologische patiënten. Het lijkt mij waardevol, zowel voor de (ex-)behandelaar als voor de naasten.

 In de jaren dat ik zelf huisarts met een eigen praktijk was, schreef ik regelmatig overlijdensbrieven aan medisch specialisten die de zorg hadden overgedragen aan de huisarts. Daarin beschreef ik hoe de levensfase na de overdracht en het sterfbed waren verlopen. Mij verplaatsend in de specialist, die vaak jaren met een patiënt had opgetrokken leek me dit van waarde en regelmatig waren specialisten  aangenaam verrast. Ook als je geen overlijdensbericht krijgt, ben je dan toch op de hoogte. Is dit nog te propageren of mag het door de huidige strenge privacyregels niet meer?

Froukje S. Boukes, waarnemend huisarts

Collega van Zeijl verwoordt iets waarover ik mij altijd afvroeg: hoe doen oncologen dat? Ik bedoel haar opmerking dat ze de overdracht naar de huisarts voor de verdere zorg in de laatste fase als onprettig ervaart, in de zin dat haar bemoeienis dan eigenlijk "onaf" is. Ze beschrijft een even heilzaam als probaat middel om iets aan dat gevoel te doen: een nagesprek met de naasten na het overlijden. Als ik zoiets lees uit de mond van een oncoloog dan heb ik ondanks het rotweer toch een goeie dag. 

 

Bert Keizer, arts, Expertisecentrum Euthanasie