Vervangen van Kathon CG in cosmetica door Euxyl K 400; van de regen in de drup?

R.-F.H.J. Hulsmans
A.M.J. van der Kley
J.W. Weyland
A.C. de Groot
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:587-9
Abstract
Download PDF

Samenvatting

Door de negatieve publiciteit over allergische reacties op Kathon CG hebben vele fabrikanten van cosmetica gezocht naar andere conserveermiddelen voor hun produkten. Het conserveermiddel Euxyl K 400 (een combinatie van fenoxy-ethanol en methyldibroomglutaronitril) blijkt bij de kosmetische industrie een snel populair wordend alternatief. Met name methyldibroomglutaronitril blijkt echter contactallergische reacties te kunnen veroorzaken. In Nederland bevatten veel vochtige toiletdoekjes ook dit conserveermiddel, hetgeen eveneens leidt tot allergische reacties. Bij vermoeden van allergie voor cosmetica en bij perianaal eczeem moet derhalve met de mogelijkheid van allergie voor methyldibroomglutaronitril rekening gehouden worden. Het testen met de produkten zelf kan resulteren in fout-negatieve reacties, en derhalve wordt aanbevolen het allergeen (0,05 in vaseline) apart mee te testen.

Kathon CG (methylisothiazolinon met methylchloorisothiazolinon) is een conserveermiddel dat op grote schaal is toegepast in cosmetica.1 In vele Europese landen, waaronder Nederland, was dit conserveermiddel een zeer belangrijke oorzaak van cosmeticumallergie.2 Ook de aanwezigheid van Kathon CG in vochtige toiletdoekjes leidde regelmatig tot contactallergische reacties, zich uitend als perianaal eczeem en soms tevens als dyshidrotisch eczeem van de handen.3 De uitgebreide negatieve publiciteit over Kathon CG heeft vele fabrikanten van cosmetica doen besluiten om een ander conserveermiddel voor hun produkten te zoeken. Er zijn daarbij vele mogelijkheden. De fabrikant kijkt onder meer naar de effectiviteit van de beschikbare conserveermiddelen. Helaas blijken de ‘betere’ conserveersystemen vaak ook een grotere kans op allergische reacties te geven (tabel). Het geschiktste alternatief lijkt momenteel Euxyl K 400. Helaas blijkt dit conserveermiddel ook een allergeen te zijn. Belandt de gebruik(st)er van ‘vochtinbrengende’ crèmes en van vochtige doekjes van de ‘regen in de drup’?

Wat is euxyl k 400?

Euxyl K 400 (Schulke & Mayr, Hamburg, Duitsland) is een conserveermiddel dat een mengsel van fenoxyethanol en methyldibroomglutaronitril (1,2-dibroom-2,4-dicyaanbutaan) in een verhouding van 4:1 bevat. Fenoxy-ethanol wordt al lange tijd en op grote schaal toegepast in cosmetica (onder meer als parfumfixatief), maar methyldibroomglutaronitril is voor deze toepassing relatief nieuw. Het is wel bekend als conserveermiddel voor latexverven en -emulsies, lijmen, kleurstoffen en metaalbewerkingsvloeistoffen. Euxyl K 400 is effectief werkzaam tegen bacteriën, gisten en schimmels. Het is primair een biostatisch produkt. Voor het doden van micro-organismen is een gemiddelde contacttijd nodig van 48 h, afhankelijk van de concentratie van het middel, de mate van contaminatie van het produkt en de andere bestanddelen daarvan. De gebruikte concentratie van Euxyl K 400 is voor de meeste produkten 0,05, waarbij de concentratie voor gemakkelijk contamineerbare produkten en produkten met een pH > 7, verhoogd dient te worden tot 0,1-0,2.4 Voorspellende tests op cavia's volgens de methode van Magnusson-Kligman (tests die de allergiepotentie van produkten moeten aantonen) lieten zien dat het produkt ‘niet sensibiliseert’.4 Ook bij soortgelijke tests met de aparte bestanddelen kon geen neiging tot contactsensibilisatie aangetoond worden.5 De auteurs waarschuwden er echter voor dat hun gegevens niet bewijzen dat allergische reacties niet kunnen of zullen optreden.

Wordt euxyl k 400 veel gebruikt?

In de Europese Gemeenschap is het gebruik van Euxyl K 400 toegestaan in cosmetica (met uitzondering van middelen tegen zonnebrand) tot een maximale concentratie van 0,5. Het produkt is pas 5-6jaar op de markt,6 en er zijn weinig gegevens over de omvang van het gebruik ervan. De Keuringsdienst van Waren, Enschede, onderzocht onlangs 107 kosmetische produkten op de aanwezigheid van Euxyl K 400 en trof het middel aan in 14 produkten (13), waaronder shampoo, badschuim, douchegel, ‘bodymilk’ en crème.7

Allergie voor euxyl k 400

Casuïstische mededelingen

Een geval van contactallergie voor methyldibroomglutaronitril en een voor fenoxyethanol zijn beschreven vóór de introductie van Euxyl K 400.89 De eerste 2 gevallen van contactallergie voor methyldibroomglutaronitril door de aanwezigheid van Euxyl K 400 in cosmetica werden gemeld in 1989.6 Wij beschreven 2 gevallen van allergie voor methyldibroomglutaronitril in vochtige toiletdoekjes.7

Epidemiologisch onderzoek

Bij een onderzoek in Italië werden bij 2057 patiënten met vermoedelijk contacteczeem tests met Euxyl K 400 2,5 in vaseline en in alcohol verricht.10 Bij 24 patiënten (1,2) werden positieve reacties op beide testconcentraties gezien. Elf van hen werden getest met fenoxyethanol (een van de bestanddelen) en slechts 1 patiënt bleek hiervoor allergisch. Hoewel met de stof zelf niet apart kon worden getest, werd toch geconcludeerd dat de meeste reacties op Euxyl K 400 berusten op allergie voor het bestanddeel methyldibroomglutaronitril. Bij 8 van de 24 patiënten bleek het allergisch contacteczeem te zijn veroorzaakt door cosmetica geconserveerd met Euxyl K 400. Na het staken van gebruik daarvan verdwenen de klachten. De produkten zelf waren bij het allergisch onderzoek ook meegetest, maar slechts een enkel produkt gaf een positieve reactie. De verklaring hiervoor is gelegen in de lage concentratie Euxyl K 400 in het cosmeticum dat het allergisch eczeem veroorzaakte: deze concentratie is te laag om op de relatief dikke huid van de rug bij eenmalige applicatie (zoals geschiedt bij contactallergisch onderzoek) een positieve reactie te provoceren.

In een ander Italiaans onderzoek werden 1033 patiënten getest met Euxyl K 400 0,15 en 2 in propyleenglycol.11 De auteurs observeerden 18 positieve reacties (1,7) op de lage en 21 (2) op de hogere concentratie. Helaas werd niet vermeld hoe vaak de reacties relevant waren, dat wil zeggen of de gevonden allergie voor Euxyl K 400 de oorzaak was van de klachten waarmee de patiënten zich meldden.11

De leden van de commissie Contactdermatosen van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie testten in de periode van 1 januari 1991-31 april 1991 1142 patiënten bij wie contacteczeem vermoed werd, met methyldibroomglutaronitril 0,05 in vaseline.12 Bij 6 patiënten (0,5) was de reactie positief, bij 4 van hen was de reactie relevant (een postieve reactie is relevant wanneer het aangetoonde allergeen (mede) de oorzaak is van de klachten van de patiënt). Drie hadden perianaal eczeem, dat mede was veroorzaakt door gebruik van vochtige doekjes geconserveerd met Euxyl K 400. De 4e patiënte was een schoonheidsspecialiste met eczeem van het gelaat en de handen. Haar klachten waren veroorzaakt door Euxyl K 400-bevattende cosmetica die zij zowel voor haar cliënten als voor zichzelf gebruikte. Kort na het afsluiten van dit onderzoek werden nog 2 andere patiënten gezien die door methyldibroomglutaronitril in vochtige toiletdoekjes waren gesensibiliseerd.

Conclusies

Op dit moment is nog niet te beoordelen of het vervangen van Kathon CG door Euxyl K 400 contactallergologisch gezien een gelukkige greep is. In Nederland is de prevalentie van positieve reacties in de populatie patiënten bij wie contacteczeem vermoed wordt met 0,5 (nog) relatief laag. Hierbij dient bedacht te worden dat Euxyl K 400 pas enkele jaren in gebruik is. In het geval van Kathon CG, dat jarenlang verreweg het belangrijkste allergeen in cosmetica was, verstreek tussen de introductie en de eerste publikaties over contactallergie ongeveer 6 jaar. Euxyl K 400 wordt bovendien snel populair bij de cosmeticabranche. In Italië is reeds een prevalentie van allergie van meer dan 1 gesignaleerd.

Bij vermoeden van contactallergie voor cosmetica en bij perianale eczemen moet met de mogelijkheid van allergie voor Euxyl K 400, en met name voor het bestanddeel methyldibroomglutaronitril, rekening gehouden worden. Daar het testen van de produkten zelf veelal resulteert in een ‘fout-negatieve’ reactie (de patiënt is wel allergisch voor het produkt, maar de plakproef ermee valt negatief uit), dient in zulke gevallen altijd methyldibroomglutaronitril (aanbevolen concentratie: 0,05 in vaseline) apart meegetest te worden.

Literatuur
  1. Groot AC de, Weyland JW. Kathon CG: een belangrijkallergeen in cosmetica. Ned TijdschrGeneeskd 1987; 131: 246-7.

  2. Groot AC de, Herxheimer A. Isothiazolinone preservative:cause of a continuing epidemic of cosmetic dermatitis. Lancet 1989; i:314-6.

  3. Groot AC de, Ulsen J van, Weyland JW. Allergischcontacteczeem rond de anus met dyshidrotisch eczeem van de handen door KathonCG in vochtige toiletdoekjes. NedTijdschr Geneeskd 1991; 135: 1048-9.

  4. Product Information Sheet Euxyl K 400. Hamburg: Schulke& Mayr, 1984.

  5. Bruze M, Gruvberger B, Agrup G. Sensitization studies inthe guinea pig with the active ingredients of Euxyl K 400. Contact Dermatitis1988; 18: 37-9.

  6. Senff H, Exner M, Gortz J, Goos M. Allergic contactdermatitis from Euxyl K 400. Contact Dermatitis 1989; 20: 381-2. (Dermatosen1989; 37: 45-6.)

  7. Groot AC de, Weyland JW. Contact allergy tomethyldibromoglutaronitrile in the cosmetics preservative Euxyl K 400. Am JContact Dermatitis 1991; 2: 31-2.

  8. Mathias CGT. Contact dermatitis to a new biocide (Tektamer38R) used in a plastic glue formulation. Contact Dermatitis 1983; 9:418.

  9. Lovell CR, White IR, Boyle J. Contact dermatitisfromphenoxyethanol in aqueous cream BP. Contact Dermatitis 1984; 11:187.

  10. Tosti A, Guerra L, Bardazzi F, Gasparri F. Euxyl K 400: anew sensitizer in cosmetics. Contact Dermatitis 1991; 25: 89-93.

  11. Motolese A, Seidenari S, Truzzi M, Giannetti A. Frequencyof contact sensitization to Euxyl K 400. Contact Dermatitis 1991; 25:128.

  12. Groot AC de, Bruynzeel DP, Coenraads PJ, et al. Frequencyof allergic reactions to methyldibromoglutaronitrile(1,2-dibromo-2,4-dicyanobutane) in the Netherlands. Contact Dermatitis 1991;25: 270-1.

  13. Groot AC de. Choosing preservatives: Dermatoallergenicconsiderations. Cosmetics & Toiletries 1991; 106:37-8.

Auteursinformatie

Carolus Ziekenhuis, afd. Dermatologie, Postbus 1101, 5200 BD 's-Hertogenbosch.

Dr.A.C.de Groot, huidarts.

Academisch Ziekenhuis, afd. Dermatologie, Maastricht.

A.M.J.van der Kley en R.-F.H.J.Hulsmans, huidartsen.

Keuringsdienst van Waren, afd. Cosmetica, Enschede.

Dr.J.W.Weyland, apotheker.

Contact dr.A.C. de Groot

Ook interessant

Reacties