Van gen naar ziekte; 'survival'-motorneuroneiwit en erfelijke proximale spinale spieratrofie

Klinische praktijk
J.M. Cobben
M. de Visser
H. Scheffer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:2525-7
Abstract

Inleiding

de ziekte

Hereditaire proximale spinale spieratrofieën (‘spinal muscular atrophies’ (SMA)) zijn een klinisch en genetisch heterogene groep aandoeningen gekenmerkt door degeneratie van de motorneuronen in het ruggenmerg en het caudale gedeelte van de hersenstam.

De ziekte wordt op klinische gronden ingedeeld in 4 typen: SMA I-IV. De ernstigste vorm is SMA I, bekend onder de naam ‘ziekte van Werdnig-Hoffmann’. SMA I manifesteert zich vóór de leeftijd van 6 maanden met een stilstand van de motorische ontwikkeling. De kinderen komen niet tot los zitten en overlijden doorgaans vóór de leeftijd van 2 jaar. Bij SMA II is er een chronischer beloop, waarbij in een typisch geval rolstoelafhankelijkheid en scolioseoperaties het klinisch beeld in de jeugd domineren (figuur 1).

Kinderen met SMA III (ziekte van Wohlfart-Kugelberg-Welander) zijn wel in staat zelfstandig te staan en te lopen. De aandoening kan ook pas op volwassen leeftijd ontstaan, vóór het 30e jaar…

Auteursinformatie

VU Medisch Centrum, Polikliniek Klinische Genetica, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Dr.J.M.Cobben, klinisch geneticus.

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Neurologie, Amsterdam.

Mw.prof.dr.M.de Visser, neuroloog.

Rijksuniversiteit Groningen, Disciplinegroep Medische Genetica, Groningen.

Dr.H.Scheffer, moleculair geneticus.

Contact dr.J.M.Cobben (j.m.cobben@azvu.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties