Vaak hypocapnie bij stabiele astma

Lara Harmans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:C4961

Van de patiënten met stabiele astma die op consult komen op de longpoli, verkeert 40% in een acute of chronische hypocapnie: ze hebben een verlaagd CO2-gehalte in het bloed. Dat concluderen Duco Deenstra van het Radboudumc en collega’s naar aanleiding van hun ‘real world’-onderzoek.

artikel

Astma gaat vaak gepaard met dysfunctionele ademhaling, zoals hyperventilatie. De gouden standaard voor het aantonen van hyperventilatie is een bloedgasanalyse, om een al dan niet metabolisch gecompenseerde respiratoire alkalose aan te tonen. Een betrouwbare schatting van de prevalentie van hypocapnie bij stabiele astma ontbrak echter. Het hoofddoel van het onderzoek van Deenstra en collega’s was om die te achterhalen (J Asthma. 2021; online 6 augustus). Daarnaast onderzochten ze of de ‘Nijmeegse Vragenlijst’ (NVL) – een maat voor functionele ademklachten – een geschikt instrument is om te screenen op hypocapnie bij astmapatiënten.

De onderzoekers includeerden volwassenen die in de periode april 2013-december 2017 voor een consult waren verwezen naar een longarts van de 3 deelnemende ziekenhuizen en die in de voorgaande 6 weken geen acute exacerbaties hadden gehad. Bij alle patiënten werden voor bloedgasanalyse capillaire bloedmonsters afgenomen uit de oorlel of vinger. Een subset patiënten voltooide de NVL.

De 1006 geïncludeerde patiënten waren gemiddeld 47 jaar (SD: 15) en 62% was vrouw; 60% had ongecontroleerde astma, 25% deels gecontroleerde en 15% gecontroleerde astma. De bloedgaswaarden toonden bij 172 (17%) van hen een acute hypocapnie (ongecompenseerde respiratoire alkalose: pCO2 < 4,7 kPa/35 mm Hg en HCO3- ≥ 23 mmol/l), bij 229 (23%) chronische hypocapnie (gecompenseerde respiratoire alkalose: pCO2 < 4,7 kPa/35 mm Hg en HCO3- < 23 mmol/l) en bij 605 (60%) normaalwaarden. Patiënten met chronische hypocapnie waren vaker vrouw en jong en hadden betere spirometriemetingen vergeleken met patiënten met normale bloedgaswaarden.

De 164 verkregen NVL-scores verschilden niet tussen de subgroepen, wat de vragenlijst ongeschikt maakt voor screening op hypocapnie. Deenstra en collega’s pleiten voor een capillaire bloedgasanalyse als onderdeel van de beoordeling van de gezondheid van deze patiënten.

Gevraagd om een reactie op de publicatie zegt Jan van der Maten, longarts in het Medisch Centrum Leeuwarden: ‘Bij een groot deel van de astmapatiënten blijkt de ziekte suboptimaal gecontroleerd te zijn. In het onderzoek van Deenstra blijkt nu dat ook bij stabiele astma een flink deel hyperventileert, gemeten naar de gouden standaard: pCO2.’ Hij noemt het interessant dat dit niet per se speelt bij de meest obstructieve groep, bij de intensiefste medicatie of bij degenen met slechtste controle. ‘De duiding is nog lastig, maar wellicht ligt hier voor een subgroep een zogenaamde “treatable traits” die je alleen uit een bloedgasanalyse betrouwbaar kunt aantonen.’

Zo wijst hij erop dat ook angst kan leiden tot hyperventilatie – met als respiratoire uiting een verlaagde pCO2 in het bloed – en daarmee zelf weer kan leiden tot benauwdheidsklachten: ‘De ademhaling dient primair de opname van zuurstof en afgifte van koolzuur. Dit wordt niet louter bepaald door metabolisme, maar kent ook een beïnvloeding door cerebrale componenten.’

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties