Urineweginfecties bij kinderen met een verblijfcatheter

Onderzoek
P.J. Posthumus
R.J. Scholtmeijer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:964-7
Abstract

Samenvatting

De industrie biedt vernieuwde urine-opvangzakken aan, voorzien van lucht- en bacteriefilters e.d., waardoor de kans op het ontstaan van een urineweginfectie bij een gecatheteriseerde patiënt zou verminderen. De schrijvers hebben een retrospectief onderzoek gedaan om de hypothese te toetsen dat er bij gebruik van een verblijfcatheter geen verhoogde kans op een urineweginfectie bestaat, mits eenvoudige, gesloten urineopvangsystemen worden toegepast, waarmee aseptisch wordt gewerkt. In het Sophia Kinderziekenhuis werd bij 45 van 337 urologische operaties een transuretrale catheter geplaatst en bij 55 een suprapubische. Alle catheters werden verbonden met een gesloten opvangsysteem. Bij een gemiddelde catheterisatieduur van 3,6 dagen van de transuretrale en van 7,4 dagen van de suprapubische catheter, werd slechts in 6,4 van de gevallen een urineweginfectie na verwijderen van de catheter vastgesteld.

Het lijkt de auteurs onwaarschijnlijk dat de ingewikkelder en duurdere opvangsystemen een gunstiger effect zullen hebben op de frequentie van urineweginfecties als gevolg van een verblijfcatheter.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis, afd. Urologie, Postbus 70029, 3000 LL Rotterdam.

P.J.Posthumus, uroloog; prof.dr.R.J.Scholtmeijer, kinderuroloog.

Contact P.J.Posthumus

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties