Uitkomsten van de tuchtrechtspraak over gynaecologen: vergelijkingen tussen 1980-1991 en 1992-2003

Perspectief
M.B. van Leusden-Donker
H.A.M. Vervest
J.H. Hubben
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1528-32
Abstract

Samenvatting

In een onderzoek van het archief van de hoofdinspecteur voor de gezondheidszorg over de periode 1992-2003 was het aantal ingediende klachten over gynaecologen bij tuchtcolleges (n = 371) hoger dan in de periode 1980-1991 (n = 240). Per gynaecoloog was evenwel het aantal klachten afgenomen: per 100 gynaecologen daalde dit van 6,3 in 1992 naar 2,6 in 2003. Het aantal gegrond verklaarde klachten was in verhouding tot het aantal ingediende klachten in beide perioden gelijk, namelijk 55/240 (23) in 1980-1991 en 84/371 (23) in 1992-2003, maar in de loop van de laatste periode nam het percentage gegrond verklaarde klachten toe van 14 in 1992-1997 tot 28 in 1998-2003.

Opvallend was het aantal uitspraken over het overlijden van een kind (40), de interpretatie van de cardiotocografie, de noodzaak tot het bijhouden van het medisch dossier (met name het informed consent) en het gegeven dat bijna 50 van de gegrond verklaarde klachten betrekking had op de regeling van waarneming, de positie van de achterwacht en die van de assistent-geneeskundige.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1528-32

Auteursinformatie

St. Elisabeth Ziekenhuis, afd. Gynaecologie en Obstetrie, Tilburg.

Universitair Medisch Centrum Groningen en Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Groningen.

Hr.prof.mr.J.H.Hubben, hoogleraar Gezondheidsrecht (tevens: advocaat bij Nysingh advocaten-notarissen, Postbus 9220, 6800 KA Arnhem).

Contact Mw.mr.M.B.van Leusden-Donker, verpleegkundige en gezondheidsjurist; hr.dr.H.A.M.Vervest, gynaecoloog (j.h.hubben@nysingh.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties