Samenvatting
Bij 2 primigravidae van 20 en 24 jaar werd peritonitis tuberculosa vastgesteld. Beide casussen lieten een aanzienlijke vertraging in het stellen van de diagnose zien, wat bij de 2e patiënte waarschijnlijk de oorzaak was van vroeggeboorte en overlijden van het kind. Bij de andere baby werd enkele maanden na de geboorte congenitale tuberculose vastgesteld, waarna adequate behandeling volgde. Beide vrouwen werden behandeld met de gebruikelijke tuberculostatica: isoniazide, rifampicine, ethambutol en pyrazinamide. De onbekendheid met dit ziektebeeld is een probleem in landen met een lage tuberculose-incidentie. Bij beide vrouwen werd de diagnose gesteld op grond van een kenmerkend laparoscopisch beeld. Het vroegtijdig stellen van de diagnose en daarmee ook vroegtijdig starten van tuberculostatica zijn voor een gunstige uitkomst van de zwangerschap uitermate belangrijk. Zwangerschap en het geven van borstvoeding zijn geen contra-indicatie voor behandeling met tuberculostatica.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1958-61
Reacties