Thuisbehandeling van patiënten met cytostatica

Klinische praktijk
E.G.E. de Vries
J. Greidanus
B.E. Oosterhuis
Z.J. de Langen
P.H.B. Willemse
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:377-9

De komende tijd zullen huisarts en wijkverpleegkundige in toenemende mate geconfronteerd worden met patiënten die thuis intraveneuze therapie krijgen. Dit geldt niet alleen voor de intraveneuze toediening van voeding en antibiotica, maar ook voor die van cytostatica. Chemotherapie is een curatieve behandeling bij vele vormen van kanker bij kinderen. Bij volwassenen zijn o.a. leukemieën, de ziekte van Hodgkin en testistumoren met cytostatica te genezen. Bij enkele soliede tumoren geeft deze behandeling dikwijls verlichting van de klachten. Bij vele soliede tumoren, zoals long-, colon-, maag- en oesophaguscarcinoom, is de behandeling minder succesvol.1

De meeste vormen van cytostatische behandeling gaan gepaard met bijwerkingen. Voor een goed palliatief effect is het belangrijk dat de patiënt zoveel mogelijk thuis is en zo min mogelijk bijwerkingen van de behandeling ondervindt. Wanneer cytostatica over een langere periode in plaats van tijdens een kortdurende infusie worden toegediend, ontstaat een minder hoge plasmaspiegel, waardoor bijwerkingen zoals misselijkheid…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Kliniek voor Inwendige Geneeskunde: mw.dr.E.G.E.de Vries en dr.P.H.B.Willemse, internist-oncologen; mw.B.E.Oosterhuis, oncologie-verpleegkundige.

Kliniek voor Chirurgie: dr.Z.J.de Langen, chirurg.

Mw.dr.J.Greidanus, huisarts.

Contact mw. dr.E.G.E.de Vries

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Hardenberg, maart 1990,

Collega De Vries et al. berichten in hun artikel dat patiënten geïnstrueerd dienen te worden om zelf thuis nieuwe spuiten met cytostatica klaar te maken (1990;377-9). Dit kan natuurlijk leiden tot bacteriologisch en milieuhygiënisch ongewenste situaties. Daarom maken wij in ons ziekenhuis voor continue toediening van 5-fluorouracil gebruik van een draagbare pomp (Pharmacia-Deltec, CADD-1 Model 5100HF), waarbij het disposable reservoir (Deltareservoir) éénmaal per week gewisseld en gevuld wordt. Dit gebeurt in de ziekenhuisapotheek onder aseptische omstandigheden in een laminaire down flow-kast.

Continue toediening gedurende één week is dan zonder problemen mogelijk. Deze methode is uiteraard alleen toepasbaar voor cytostatica die bij lichaamstemperatuur gedurende één week houdbaar zijn.

E.A. Runhaar
W. van den Veen
H. de Jong-Toering

Groningen, april 1990,

Bij een grote groep patiënten die thuis met continue infusie van cytostatica werd behandeld, hebben wij geen sepsis gezien. Wij zijn het evenwel met collegae Runhaar et al. eens dat het de voorkeur verdient om waar mogelijk het aantal handelingen dat door de patiënt zelf moet worden verricht tot een minimum te beperken. Niet elk cytostaticum is zeven dagen stabiel bij kamertemperatuur. Toch kan, zoals wij zelf ook beschreven hebben, de apotheker de stabiliteit van sommige cytostatica garanderen, o.a. door de spuiten steriel ingepakt klaar te maken, zodat ze bijvoorbeeld maximaal een week thuis in de koelkast bewaard kunnen worden.1 5-fluorouracil is zeker zeven dagen stabiel bij kamertemperatuur en dus een geschikt middel om, zoals Runhaar et al. ook beschrijven, in één keer te bereiden voor gebruik gedurende een week.

Wij realiseren ons dat de ziekenhuisapotheek in Hardenberg 5-fluorouracil voor de patiënt thuis kan bereiden dankzij gedoogbeleid van de Hoofdinspectie voor de Geneesmiddelen.2-4 Nu meer patiënten thuis een intraveneuze behandeling ondergaan, is het te hopen dat ondanks vaak belemmerende regelgeving ziekenhuisapotheken, al dan niet in samenwerking met openbare apotheken, in toenemende mate tot een goede transmurale farmaceutische zorg voor deze vaak specialistische behandeling kunnen komen.

Onze groep heeft tot nu toe gekozen voor één type, relatief goedkope, spuitenpomp, waarop gewone luer-lockspuiten passen voor behandeling met verschillende cytostaticaschema's.1 De redenen hiervoor waren: (1) dat artsen en verpleegkundigen zo ervaring met één eenvoudige pomp kregen, (2) dat de kosten van de behandeling zo het laagst waren, (3) het tijdstip waarop de spuit met cytostatica verwisseld werd, kon variëren afhankelijk van de stabiliteit van het medicijn.

Het is duidelijk dat in goede samenwerking met alle geledingen continue intraveneuze therapie met cytostatica in de thuissituatie in Nederland mogelijk is.

E.G.E. de Vries
E.Th.H.G.J. Oremus
P.H.B. Willemse
Literatuur
  1. Greidanus J, Willemse PHB, Uges DRA, Oremus ETHGJ, Langen ZJ de, Vries EGE de. Continuous infusion of low-dose doxorubicin, epirubicin and mitoxantrone in cancer chemotherapy: a review. Pharm Weekbl (Sci) 1988; 10: 237-45.

  2. Brouwers JRBJ. Transmurale farmacie: zorg om zorg of belangenconflict. Pharm Weekbl 1989; 124: 837-8.

  3. Harderwijk ED, Moss F. Transmurale farmacie, commentaar op een commentaar. Pharm Weekbl 1989; 124: 838-40.

  4. Beysens AJ. Transmurale farmacie. Pharm Weekbl 1989; 124: 1014.