Thoracoscopische chirurgie: voorzichtig verder

Opinie
E.W.L. Jansen
L.S. de Vries
J.-W.J. Lammers
J.J. Bredée
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:948-9

Zie ook het artikel op bl. 960.

De klassieke thoracoscopie heeft met de toepassing van de videotechniek er een dimensie bij gekregen: de videobeelden maken wat voorheen een eenpersoonsactie was tot een teamprestatie, met alle mogelijkheden van dien. Het beschikbaar komen van specifieke endoscopische chirurgische apparatuur, met name de ENDO GIA-nietapparatuur (United States Surgical Corporation, Norwalk, USA), heeft de scala van toepassingen in belangrijke mate vergroot. Zoals bij de laparoscopische chirurgie, ligt voor de thoraxchirurgie een doorbraak van de minimaal invasieve chirurgie voor de hand; een goed toegankelijke pleuraholte (zonder al te veel adhesies) schept grote mogelijkheden en is tegelijkertijd een voorwaarde.

De ervaringen met thoracoscopische chirurgie bij de eerste groepen patiënten zijn pas in 1992 beschreven.12 De indicaties voor thoracale endoscopische chirurgie kunnen longen, mediastinum en hart betreffen. De discussie over indicaties, technieken en complicaties is op gang gekomen. Een en ander heeft in de Verenigde Staten…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Afd. Cardiopulmonale Chirurgie: E.W.L.Jansen en prof.dr.J.J. Bredée, cardiopulmonaal chirurgen.

Afd. Heelkunde: L.S.de Vries, chirurg.

Afd. Longziekten: prof.dr.J.-W.J.Lammers, longarts.

Contact E.W.L.Jansen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Antwerpen, juni 1993,

Naar aanleiding van de in het artikel van collegae Jansen et al. (1993; 948-9) vermelde indicaties voor thoracoscopische chirurgie kunnen wij meedelen onlangs een pericardcyste thoracoscopisch te hebben geëxcideerd. Deze ingreep was volgens onze gegevens niet eerder in de literatuur beschreven. Het betrof de toevalsdiagnose van een asymptomatische pericardcyste die bij preoperatieve CT-scan en echocardiografisch onderzoek duidelijk afgegrensd bleek te zijn van de omgevende structuren. De resectie ervan was eenvoudig en het postoperatief herstel van de patiënt verliep uitermate vlot; de patiënt werd daags na de ingreep uit het ziekenhuis ontslagen.

Gezien het feit dat asymptomatische pericardcysten zelden aanleiding geven tot complicaties, in de vorm van infectie, erosie in de wand van de myocardventrikel of mechanische cardiale dysfunctie, is er ernstig voorbehoud te maken ten aanzien van excisie via thoracotomie, gezien de morbiditeit van zulk een ingreep. De genoemde voordelen van thoracoscopische heelkunde gingen in dit geval zonder uitzondering op, hetgeen ons doet beamen dat op deze wijze de excisie van een pericardcyste een weinig ingrijpende operatie is met minieme morbiditeit en aldus een geschikte indicatie voor thoracoscopische chirurgie.

R. Rutsaert
J. Klijn
J.C. Breek
E.W.L.
Jansen

Utrecht, juli 1993,

Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de thoracoscopische verwijdering van een pericardcyste door de collegae Rutsaert, Klijn en Breek. Ook wij hebben recentelijk een dergelijke ingreep met succes verricht en kunnen ons geheel aansluiten bij de argumentatie van onze Belgische collegae. Zij geven een aanvulling op de in ons artikel vermelde indicaties voor thoracoscopische chirurgie. Ongetwijfeld zal het aantal indicaties in de toekomst nog toenemen.

E.W.L. Jansen
L. de Vries
J.J. Bredée
J.-W.J. Lammers