Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Shigellose in Amsterdam, 1991-1998: vóórkomen en resultaten van contactonderzoek

Onderzoek
M.P. Vermaak
M.W. Langendam
J.A.R. van den Hoek
P.G.H. Peerbooms
R.A. Coutinho
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1688-92
Abstract
Abstract
Sluiten
Shigellosis in Amsterdam, 1991-1998: occurrence and results of contact tracing

To determine the incidence of reported shigellosis in Amsterdam (1991-1998) and the factors related to the secondary attack rate of shigellosis.

Design

Retrospective.

Methods

From an automated data bank data were collected on all registered shigellosis patients in Amsterdam in the period 1991-1998, and their contacts found by contact tracing.

Results

567 Patients with shigellosis had been reported and a Shigella infection has been diagnosed in 96 of the 983 contacts. The annual incidence decreased statistically significantly from 13 to 8/100.000. 329 males and 334 females were infected. The highest number of cases was found in children from 0-4 years and among adults from 20-34 years. Of the 663 patients 106 (16) required hospitalization; for children under 7 this proportion was 30 (32/108). Among the contacts (excluding the 14 contacts with the same foreign source and the same first sickness day as the index patient) the secondary attack rate was 8. Young age, of both the patient and the contact was independently related to a higher secondary attack rate.

Conclusion

With contact tracing for shigellosis a large number of secondary infections were found. Given the high infection rate and large number of hospitalisations among children, contact tracing should focus at this young age group.

Samenvatting

Doel

Bepalen van het aantal aangegeven patiënten met shigellose in Amsterdam (1991-1998) en van factoren die samenhangen met secundaire besmetting met Shigella.

Opzet

Retrospectief.

Methode

Vanuit een geautomatiseerd databestand werden gegevens verzameld over alle aangegeven patiënten met shigellose in de gemeente Amsterdam in de periode 1991-1998 en hun onderzochte contacten.

Resultaten

Er waren 567 patiënten met shigellose gemeld en bij 96 van de 983 contacten was een Shigella-infectie vastgesteld. De jaarlijkse incidentie daalde statistisch significant van 13 tot 8/100.000. Er waren 329 mannen en 334 vrouwen geïnfecteerd. De infectie kwam het meest voor bij kinderen tot en met 4 jaar en in de leeftijdsgroep van 20-34 jaar. Voor 106 van de 663 patiënten (16) was ziekenhuisopname noodzakelijk; voor kinderen jonger dan 7 jaar was dat 30 (32/108). Onder de contactpersonen (exclusief de 14 contacten met dezelfde buitenlandse bron en dezelfde eerste ziektedag als de indexpatiënt) was de secundaire besmettingsgraad 8. Jonge leeftijd, zowel van de indexpatiënt als van het contact, hing onafhankelijk samen met een hoger secundair besmettingspercentage.

Conclusie

Contactonderzoek na aangifte van shigellose leidde tot het opsporen van een aanzienlijk aantal secundaire infecties. Gezien de grotere kans op transmissie en het grotere aantal ziekenhuisopnamen bij kinderen dient bij het contactonderzoek de meeste nadruk op deze jongste groep te worden gelegd.

Artikelinformatie
Aanvaard op
In print verschenen in
week 35 2000

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1688-92
Auteursinformatie

Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, divisie Volksgezondheid en Milieu, Nieuwe Achtergracht 100, 1018 WT Amsterdam.

Contact M.P.Vermaak, medisch student; mw.drs.M.W.Langendam, epidemioloog; mw.dr.J.A.R.van den Hoek, arts-epidemioloog; dr.P.G.H.Peerbooms, microbioloog; prof.dr.R.A.Coutinho, arts-epidemioloog/microbioloog

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties