Richtlijnen bij dreigende vroeggeboorte: onvoldoende afstemming en implementatie

Opinie
P.L.P. Brand
R.A. van Lingen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:359-61
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 383.

Negentien jaar geleden kon men in het Tijdschrift lezen dat het implementeren van richtlijnen geen eenvoudige opgave is. Het woord ‘evidence’ was in die tijd nog niet doorgedrongen in het spraakgebruik en richtlijnen waren gebaseerd op consensus. ‘Bij iedere poging om (...) de praktijkvoering van een arts te beïnvloeden, moet het bereiken van de beoogde verandering als een moeizaam proces worden beschouwd’.1

Het artikel van de Nijmeegse en Utrechtse onderzoekers Gerrits-Kuiper et al. in het huidige nummer van het Tijdschrift laat zien dat er in die 19 jaar niet veel veranderd is.2 In weerwil van de richtlijnen van hun wetenschappelijke vereniging, de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), en die van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) blijken Nederlandse gynaecologen terughoudend in het verwijzen van zwangere vrouwen naar een perinatologisch centrum bij 24-26 weken zwangerschapsduur, en worden zelfs bij…

Auteursinformatie

Isala klinieken, Amalia Kinderafdeling, Postbus 10.400, 8000 GK Zwolle.

Hr.prof.dr.P.L.P.Brand, kinderarts (tevens: Universitair Medisch Centrum Groningen, Onderwijsinstituut, Groningen); hr.dr.R.A.van Lingen, kinderarts-neonatoloog.

Contact hr.prof.dr.P.L.P.Brand (p.l.p.brand@isala.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties