Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het acute inversietrauma van de enkel bij sportbeoefenaren

Klinische praktijk
Han Inklaar
Peter A. van Beek
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3324
Abstract

Samenvatting

  • Er is een multidisciplinaire richtlijn opgesteld voor diagnostiek en behandeling van patiënten, meer specifiek sportbeoefenaren, met een acuut inversietrauma van de enkel.

  • De diagnose van een acuut inversietrauma gebeurt door een combinatie van lokaliseren van de zwelling, palpatie en het uitvoeren van de voorste schuifladetest.

  • Röntgenopnamen zijn slechts geïndiceerd als de enkel niet belast kan worden en palpatie van de enkel op specifieke locaties volgens de zogenaamde Ottawa-enkelregels pijn provoceert.

  • Fysisch-diagnostisch onderzoek 4-5 dagen na het trauma is een betrouwbare methode om onderscheid te maken tussen enkeldistorsie en laterale enkelbandruptuur.

  • Rust, ijsapplicatie, compressie en elevatie (RICE-regel) in de eerste dagen na het trauma worden aanbevolen.

  • Gebruik van analgetica, met paracetamol als eerste keus, dient beperkt te blijven tot 2-7 dagen na het trauma.

  • Conservatieve behandeling heeft de voorkeur boven operatieve behandeling.

  • Een semi-rigide braceprotectie dient een standaard behandelprocedure worden.

  • Oefentherapie leidt tot een sneller herstel en snellere hervatting van werk- en sportactiviteiten.

  • Oefeningen gericht op propriocepsis, coördinatie en spierkracht zijn aangewezen.

Auteursinformatie

Vereniging voor Sportgeneeskunde, Bilthoven.

Dr. H. Inklaar, sportarts.

Sport Medisch Centrum Papendal, afd. Sportgeneeskunde, Arnhem.

Drs. P.A. van Beek, sportarts.

Contact dr. H. Inklaar (han.inklaar@hotmail.com)

Verantwoording

De leden van de werkgroep die de richtlijn voorbereidde waren: drs. P.A. van Beek, sportarts; prof.dr C.N.N. van Dijk, orthopedisch chirurg; dr. G.M.M.J. Kerkhoffs, orthopedisch chirurg; drs. Th.P.H. van Tiel, chirurg-traumatoloog; drs. L.S.L. Lim, sportarts; drs. H.E.C. Smid, sportarts; drs. H. Bloo, sportfysiotherapeut en dhr. G.J. van Snick, sportmasseur. De Vereniging voor Sportgeneeskunde begeleidde het proces en bood secretariële ondersteuning bij het opstellen van de richtlijn. Methodologische ondersteuning werd verzorgd door het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO.
Belangenconflict: ten tijde van het opstellen van de richtlijn was geen van de expertgroepleden afhankelijk van of gebonden aan enig financieel of zakelijk belang betreffende het onderwerp van de richtlijn. Financiële ondersteuning: de richtlijn is tot stand gekomen met financiële steun van het Ministerie van VWS.
Aanvaard op 30 maart 2011

Zwakke enkels…
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties