Reductie van hematotoxiciteit van chemotherapie door reïnfusie van perifere bloedstamcellen

Klinische praktijk
M.E.H.M. van Hoef
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:240-4

Zie ook het artikel op bl. 245.

De tumorrespons op chemo- en (of) radiotherapie wordt in verband gebracht met de hoogte van de toegediende dosis. Het verband tussen dosis en tumorrespons is voor hematologische maligniteiten en solide tumoren meestal log-lineair.12 Hierop gebaseerd kan met intensieve combinaties chemotherapie-radiotherapie curatie van leukemieën, lymfomen en testiscarcinomen worden bereikt.

Hematotoxiciteit is de belangrijkste dosisbeperkende factor. In de laatste jaren is gebleken dat de hematopoëtische groeifactoren granulocyt-koloniestimulerende en granulocyt-macrofaag-koloniestimulerende factor (respectievelijk G-CSF en GM-CSF) in staat zijn met name de duur van de granulocytopenie te reduceren.3-7

Na ablatieve chemotherapie is reïnfusie van beenmergstamcellen vereist om beenmergherstel te garanderen. Hiervoor kunnen autologe of allogene beenmergcellen gebruikt worden. Beperkende factoren voor afname en gebruik van autologe beenmergstamcellen zijn de potentiële contaminatie van het beenmerg met tumorcellen, hypocellulariteit van het beenmerg door vroegere chemotherapie of bekkenbestraling, en het feit dat beenmerg bij voorkeur onder algehele…

Auteursinformatie

Christie Hospital en Holt Radium Institute, Department of Medical Oncology, Manchester, United Kingdom.

Mw.M.E.H.M.van Hoef, internist, J.W.Frisostraat 34, 3583 JT Utrecht.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties