Redenen om wel of niet bijwerkingen van geneesmiddelen te melden bij het landelijke meldingssysteem in Nederland

Onderzoek
M.M. van Riemsdijk
R.M.C. Herings
M.D. Rawlins
B.H.Ch. Stricker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2306-8
Abstract

Samenvatting

Doel

De bekendheid bepalen van het landelijke meldingssysteem van het Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen (BBG) en de eventuele redenen voor artsen om niet te melden.

Opzet

Enquête-onderzoek.

Plaats

Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen.

Methode

Naar een aselecte steekproef van 500 artsen jonger dan 65 jaar uit het geautomatiseerde bestand van de Inspectie voor de Gezondheidszorg werd een vragenlijst gestuurd met 7 vragen over factoren die artsen aanzetten of juist ervan weerhielden bijwerkingen van geneesmiddelen te melden bij het BBG.

Resultaten

Van de 500 vragenlijsten werden 265 (53) volledig ingevuld teruggestuurd. Van deze 265 artsen hadden 67 (25) sedert hun artsexamen één of meer keren een melding van een vermoedelijke bijwerking naar het BBG gestuurd; 229 (86) van deze 265 artsen zeiden een ernstige bijwerking te zullen melden, 190 (72) een ongebruikelijke, 185 (70) een bijwerking op een nieuw produkt en 83 (31) een bewezen bijwerking. Bijna 20 zei problemen te hebben met melden omdat telefoonnummer, meldingsformulier of het adres van het BBG niet te vinden was wanneer zij dit nodig hadden. Veertig artsen (15) gaven aan dat zij het te druk hadden om een bijwerking te melden. Bijna alle artsen (94) wisten dat het meldingssysteem van het BBG als doelstelling heeft om onbekende bijwerkingen tijdig te signaleren.

Auteursinformatie

Inspectie voor de Gezondheidszorg, sectie Geneesmiddelenbewaking, Postbus 5850 2280 HW Rijswijk.

Mw.M.M.van Riemsdijk, stagiair (tevens: Universiteit Utrecht, afd. Farmaco-epidemiologie en Farmacotherapie); dr.B.H.Ch.Stricker, inspecteur voor de geneesmidelenbewaking.

Institute of Pharmaceutical Sciences, afd. Farmaco-epidemiologie en Farmacotherapie, Utrecht.

Dr.R.M.C.Herings, apotheker.

University of Newcastle-upon-Tyne, Wolfson Unit of Clinical Pharmacology, Groot-Brittannië.

Prof.M.D.Rawlins, klinisch farmacoloog.

Contact dr.B.H.Ch.Stricker

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

D.O.E.
Gebhardt

Oegstgeest, november 1995,

Het mag algemeen bekend zijn dat het in het belang van de volksgezondheid is als ongewenste bijwerkingen van geneesmiddelen gemeld worden aan het Bureau Bijwerkingen van Geneesmiddelen (BBG). Het is dan ook teleurstellend te vernemen uit het artikel van Van Riemsdijk et al. dat er nog (te) veel artsen zijn, die de bij hun patiënten waargenomen bijwerkingen van voorgeschreven geneesmiddelen, niet doorgeven aan het BBG (1995;2306-8). Om een betere bewaking van de veiligheid van geneesmiddelen te garanderen, lijkt het mij zinvol om meldingsformulieren toe te voegen aan de verpakte geneesmiddelen, zoals nu ook gebeurt met de bijsluiter. Hierdoor krijgt ook de patiënt een kans de door hem waargenomen bijwerkingen te melden aan het BBG.

D.O.E. Gebhardt