Psychiatrische stoornissen bij patiënten van een geheugenpolikliniek

To determine whether psychiatric conditions other than depression are relevant in elder patients with memory disturbances.

Methods

430 consecutive outpatients (242 males, 188 females; mean age 61,7 years) who visited the Maastricht Memory Clinic were examined, according to a standardised diagnostic procedure, including somatic, neurological, psychiatric and neuropsychological examination. Psychiatric disorders were diagnosed according to DSM-III(-R) criteria.

Results

Of 152 patients with dementia, 34 had a secondary depressive syndrome, 19 another secondary psychiatric disorder. Of the 37 patients with a psycho-organic disorder other than dementia, 16 had an organic mood disorder. Of the other 241 patients, 152 had 159 primary psychiatric diagnoses: mood disorders in 100 cases and other psychiatric disorders in 59 cases, especially adjustment disorders, anxiety disorders and personality disorders. Together, only 60 percent of all primary or secondary psychiatric disorders were mood disorders. Various ways in which organic substrate, cognitive problems and psychopathology can be interrelated are discussed.

Conclusion

Although affective disorders were the most frequent psychiatric disorders, several other psychiatric conditions were related to memory disturbances as well. Psychiatric assessment in patients with memory complaints should not be restricted to the diagnosis of depressive symptoms.

Samenvatting

Doel

Nagaan in hoeverre ook andere psychiatrische stoornissen dan depressie aanwezig zijn bij oudere patiënten van een gespecialiseerde polikliniek voor geheugenstoornissen.

Methode

Opeenvolgend verwezen patiënten (242 mannen, 188 vrouwen, gemiddeld 61,7 jaar) uit de Maastrichtse Geheugenpolikliniek werden aan de hand van een gestandaardiseerd protocol lichamelijk, neurologisch, psychiatrisch en neuropsychologisch onderzocht. Psychiatrische diagnosen werden gesteld volgens DSM-III-R-criteria.

Resultaten

Van de 152 patiënten met dementie hadden 34 tevens een depressief syndroom, 19 een andere bijkomende psychiatrische stoornis. Van de 37 patiënten met andere psycho-organische stoornissen hadden 16 een organische stemmingsstoornis. Bij de overige 241 patiënten werden bij 152 in totaal 159 functionele psychiatrische diagnosen gesteld: in 100 gevallen betrof dat een stemmingsstoornis, in 59 andere stoornissen, vooral angst-, aanpassings- en persoonlijkheidsstoornissen. In het totaal maakten (primaire of secundaire) stemmingsstoornissen niet meer dan 60 van alle psychiatrische stoornissen uit. Psychopathologische afwijkingen, cognitieve symptomen en achterliggende ziekte kunnen op verschillende wijzen met elkaar samenhangen.

Conclusie

Hoewel stemmingsstoornissen de meest voorkomende psychiatrische stoornissen waren, waren er diverse andere psychiatrische aandoeningen in het kader waarvan geheugenproblemen konden voorkomen. Het psychiatrisch onderzoek bij patiënten met geheugenklachten dient derhalve niet uitsluitend gericht te zijn op het al dan niet vaststellen van depressieve verschijnselen.