Oefentherapie bij heupartrose lijkt niet zinvol

Nieuws
Ton Kuijpers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A9622

Waarom dit onderzoek?

Richtlijnen bevelen aan om patiënten met heupartrose te laten oefenen ter vermindering van pijn en verbetering van het functioneren. Het bewijs hiervoor is echter indirect en is vooral gebaseerd op onderzoek bij patiënten met knieartrose.

Onderzoeksvraag

Wat is de waarde van oefentherapie toegevoegd aan huisartsenzorg vergeleken met…

Auteursinformatie

Contact (t.kuijpers@nhg.org)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Op basis van het NTvG-artikel ‘In het kort: Oefentherapie bij heupartrose lijkt niet zinvol’ zouden huisarts kunnen opmaken dat heupartrose patiënten geen baat hebben bij oefentherapie. Dit beeld heb ik in de zomer ’14 na een vergelijkbaar NTvG-artikel genuanceerd d.m.v. een reactie op de NTvG-website. Ook nu wil ik een reactie plaatsen om de lezers van de NTvG duidelijk te maken dat er wel degelijk bewijsvoering is voor de effectiviteit van fysiotherapie bij heupartrose.

De door Ton Kuijpers besproken studie van Teirlinck et al is een RCT waarin een experimentele behandeling bestaande uit huisartsenzorg en aanvullende fysiotherapiebehandeling werd vergeleken met een controlegroep die uitsluitend huisartsenzorg ontving. Op 3 maanden follow-up (direct na afronding van de fysiotherapiebehandeling) kon er een significant groter effect in de experimentele groep aangetoond worden op beide primaire uitkomstmaten (pijn en fysiek functioneren), welke op 12 maanden follow-up niet meer aanwezig was. Dit was voor Ton Kuipers voldoende om te concluderen dat oefentherapie niet zinvol lijkt bij heupartrose. Deze conclusie dient echter sterk genuanceerd te worden, omdat in de studie van Teirlinck et al:

  • de therapietrouw in de experimentele groep na afronding van de fysiotherapiebehandeling zeer matig was: slechts 38% van de deelnemers hield zich nog aan het oefenprotocol;
  • deelnemers in de controlegroep maar liefst 36 contactmomenten hadden met de huisarts: is dit reguliere huisartsenzorg?
  • één op de vijf deelnemers in de controlegroep tóch de fysiotherapeut heeft bezocht: blijkbaar vonden zij de (omvangrijke) huisartsenzorg niet toereikend;
  • de controlegroep significant meer gebruik maakte van medische zorg, zoals medicatie en medisch-specialisten (met de daarbij behorende kosten).

In een recente Cochrane review zijn maar liefst 10 RCT’s opgenomen, waarin de gepoolde data leidde tot de conclusie dat oefentherapie effectief is in het verminderen van pijn en beperkingen bij heupartrose (Fransen et al, Cochrane 2014). Het onderzoek van Teirlinck et al benadrukt het belang van een hoge therapietrouw voor het behoud van de behaalde effecten van oefentherapie; hierop dienen fysiotherapeuten dus nadrukkelijk in te zetten.

Eerder onderzoek toonde tevens aan dat heupvervangende operaties mogelijk uitgesteld kunnen worden met oefentherapie (Svege et al, Ann Rheum Dis 2013). De studie van Teirlinck et al bevestigt het beeld dat fysiotherapie tot kostenbesparingen zou kunnen leiden door het vermijden van andere, duurdere zorg. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk dat huisartsen hun patiënten op het mogelijke belang van fysiotherapie bij heupartrose wijzen.  

Dr. J. Knoop, onderzoeker/beleidsmedewerker KNGF