Obducties in de eerstelijnsgezondheidszorg, verpleeghuizen en zwakzinnigeninrichtingen

Opinie
G.J. Bremer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:214-5

De ogen geloven zichzelf; de oren geloven anderen

(Duits spreekwoord)

Er wordt altijd gezegd dat veranderingen in onze maatschappij snel plaatsgrijpen. Plaatsgrijpen. Is er een beter woord om dat uit te drukken? Maar wie een concrete verandering op de voet probeert te volgen, zegt dat ambtelijke molens vaak langzaam malen. Merkwaardig is het ook dat sommige veranderingen – waarover iedereen van mening is dat het om evidente verbeteringen gaat – toch veel tijd vergen.

Naar aanleiding van de adviesaanvraag van oktober 1977 van de toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne inzake ‘obducties in de eerstelijnsgezondheidszorg en in de verpleeginrichtingen’, heeft de Ziekenfondsraad in maart 1980 advies uitgebracht. In dat advies werd het nut van obducties erkend en werd gewezen op de noodzaak de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten op dit punt te wijzigen. In juli 1981 onderschreef de staatssecretaris dit standpunt, maar verzocht de Ziekenfondsraad zich eerst zelf…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit, Faculteit der Geneeskunde, Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Antonius Deusinglaan 4, 9713 AW Groningen.

Prof.dr.G.J.Bremer.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties