Nieuwe influenza A (H1N1): geadviseerde indicatie en voorschrijfgedrag van antivirale middelen

Onderzoek
C.C. (Kees) van den Wijngaard
Jim E. van Steenbergen
Marianne A.B. van der Sande
Marion P.G. Koopmans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A1053
Abstract

Samenvatting

Doel

Evalueren in welke mate antivirale middelen werden voorgeschreven aan personen bij wie een infectie met nieuwe influenza A (H1N1) niet was bevestigd en aan hun contacten, nadat het bestaan van H1N1 bekend was geworden.

Opzet

Beschrijvend.

Methode

We bekeken het maandelijkse en jaarlijkse aantal verstrekkingen van oseltamivir en zanamivir via openbare apotheken in Nederland over de periode 2005-30 juni 2009. Deze aantallen werden vergeleken met de aantallen antivirale kuren die tot 1 juli 2009 via het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) aan GGD’s werden geleverd voor behandeling van patiënten met een bevestigde H1N1-infectie en hun contacten.

Resultaten

Vanaf april 2009 was er een toename van het aantal verstrekkingen van oseltamivir via openbare apotheken. Hoewel deze toename beperkt was ten opzichte van die in 2005/’06, toen er aviaire influenza in Turkije was, was er tot 1 juli 2009 ruim 9000 keer oseltamivir verstrekt, dat wil zeggen in totaal respectievelijk 9 en 15 keer zo vaak als in heel 2007 en 2008. Het totale aantal verstrekkingen van oseltamivir was circa 10 maal zo groot als het aantal verstrekkingen van het middel door GGD’s aan patiënten met een bevestigde nieuwe influenza A(H1N1)-infectie en hun contacten. 78% van de verstrekkingen werd voorgeschreven door huisartsen. De verkoop van zanamivir nam nauwelijks toe.

Conclusie

Het aantal verstrekkingen van oseltamivir via Nederlandse openbare apotheken was toegenomen, terwijl patiënten met een bevestigde nieuwe influenza A(H1N1)-infectie en hun contacten al van het middel waren voorzien via GGD’s. Het is daarom niet uit te sluiten dat deze toename terug te voeren is op voorschrijven ‘uit voorzorg’. Om onnodige risico’s op resistentievorming en een tekort aan antivirale middelen in een latere fase van de epidemie te vermijden, doen artsen er goed aan terughoudend te zijn met het voorschrijven van antivirale middelen aan patiënten die niet onder de landelijk geadviseerde indicatie voor behandeling vallen.

Auteursinformatie

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum voor Infectieziektebestrijding, Bilthoven.

Contact ir. C.C. van den Wijngaard (kees.van.den.wijngaard@rivm.nl)

Verantwoording

Gegevens voor dit artikel werden aangeleverd door de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) en het Nederlands Vaccin Instituut (NVI). Jan Dirk Kroon van de SFK becommentarieerde het manuscript.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 30 juli 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties