NHG-standaard 'Diepe veneuze trombose en longembolie'

The revised Dutch College of General Practitioners (Nederlands Huisartsen Genootschap [NHG]) guideline 'Deep-vein thrombosis and pulmonary embolus' includes recommendations for the treatment of patients with deep-vein thrombosis (DVT) and thrombophlebitis, and for the exclusion of pulmonary embolism (PE).
The general practitioner (GP) can exclude the presence of DVT or PE in some patients by using a decision rule and a D-dimer test.
When using D-dimer test as a point-of-care test, meticulous care is essential during the test procedure and storage of blood.
The GP can treat many patients with DVT; the NHG guideline does not advise use of direct oral anticoagulants.
In the case of an isolated DVT in the calf, treatment with anticoagulants or ultrasound follow-up can be chosen in consultation with the patient or on the basis of regional agreements.
In the case of patients with superficial thrombophlebitis, a wait-and-see approach is usually sufficient.

Conflict of interest and financial support: none declared.

Samenvatting

De herziene NHG-standaard 'Diepe veneuze trombose en longembolie' bevat aanbevelingen voor de diagnostiek en behandeling van patiënten met diepe veneuze trombose (DVT) en tromboflebitis en voor het uitsluiten van een longembolie.
De huisarts kan aanwezigheid van een DVT of longembolie uitsluiten bij een deel van de patiënten door gebruik te maken van een beslisregel en een D-dimeerbepaling.
Voor gebruik van een D-dimeerbepaling als sneltest ('point-of-care test') zijn zorgvuldigheid rond de testafname en het bewaren essentieel.
De huisarts kan veel patiënten met een DVT zelf behandelen; de NHG-standaard adviseert het gebruik van directe orale anticoagulantia niet.
Bij een geïsoleerde kuitvenetrombose wordt in overleg met de patiënt of op grond van regionale afspraken voor behandeling met antistolling of echografische follow-up gekozen.
Bij patiënten met oppervlakkige tromboflebitis kan meestal worden volstaan met een afwachtend beleid.