Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie

Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1770-6

251e vergadering gehouden op 27 januari 1990 te Amsterdam

J.U.Rijlaarsdam, H.van Oostveen, C.J.L.M.Meijer en R.Willemze (Amsterdam), Differentieeldiagnostische aspecten van primaire cutane B-cellymfomen en lymphadenosis benigna cutis

Cutane B-cellymfomen (CBCL) en lymphadenosis benigna cutis (LBC) worden beide gekenmerkt door een proliferatie van B-lymfocyten in de huid. Hoewel in de literatuur veel klinische en histologische criteria genoemd worden met behulp waarvan deze aandoeningen onderscheiden kunnen worden, blijkt in individuele gevallen de differentiatie tussen LBC en CBCL vaak moeilijk te zijn.

Met immunohistochemisch onderzoek kan men het polyklonale karakter van de B-celproliferatie in LBC aantonen en de aandoening zo differentiëren van het monoklonale…

Auteursinformatie

Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie, pa Academisch Medisch Centrum, afd. Dermatologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Dr.J.J.E.van Everdingen, secretaris.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties