Meten en verbeteren van opleiderskwaliteiten van klinisch opleiders met het SETQ-systeem

Onderzoek
M.J.M.H. (Kiki) Lombarts
Onyebuchi A. Arah
Olivier R.C. Busch
Maas Jan Heineman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1222
Abstract

Samenvatting

Doel

Nagaan (a) of het mogelijk is om een systeem van systematische evaluatie van opleiderskwaliteiten in te voeren in een academisch ziekenhuis, (b) of de vragenlijsten die worden gebruikt voor het genereren van feedback van voldoende kwaliteit zijn en (c) hoe aiossen de opleiderskwaliteiten van stafleden en stafleden zichzelf beoordelen.

Opzet

Vragenlijstonderzoek

Methoden

Aiossen beoordeelden de opleiderskwaliteiten van stafleden en stafleden beoordeelden ook zichzelf. Voor beide beoordelingen werden vragenlijsten ontwikkeld binnen het ‘Systematic evaluation of teaching qualities’(SETQ)-systeem. De psychometrische kwaliteiten van de vragenlijsten werden onderzocht met behulp van explorerende factoranalyse en het berekenen van betrouwbaarheidscoëfficiënten van de schaalconstructen en de itemcorrelaties met de totale schaal. Het afdelingsresultaat werd uitgedrukt in gemiddelde, mediane scores en uiterste scores voor de verschillende opleidingsaspecten.

Resultaten

In een jaar tijd introduceerden 16 opleidingen van het AMC het SETQ-systeem voor de evaluatie van hun stafleden. In totaal werden 398 stafleden en 314 aiossen uitgenodigd, de respons bedroeg 80,9% respectievelijk 73,6%. Aiossen voerden in totaal 2520 evaluaties uit. Factoranalyse resulteerde in 5 opleidingsaspecten: ‘opleidingsklimaat’, ‘bejegening van de aios’, ‘communicatie over leerdoelen’, ‘toetsing van de aios’ en ‘feedback aan de aios’. Voor de aios-vragenlijst en de zelfevaluatie-vragenlijst waren de item-totaalcorrelaties hoog en was de betrouwbaarheid groot (cronbach-α: > 0,70), behalve voor het opleidingsaspect ‘opleidingsklimaat’ voor de zelfevaluatievragenlijst (α: 0,67). Stafleden werden positief beoordeeld. Stafleden beoordeelden zichzelf iets minder positief. Aiossen en stafleden gaven de hoogste score aan het opleidingsaspect ‘bejegening van de aios’ en de laagste score voor ‘communicatie over leerdoelen’.

Conclusie

De SETQ was breed toepasbaar in een academisch ziekenhuis. De kwaliteit van het onderliggend instrumentarium was redelijk tot goed. Opleiders werden positief beoordeeld, maar daarin was verschil tussen de afdelingen.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.

Afd. Kwaliteit en Proces Innovatie: dr. M.J.M.H. Lombarts, senior onderzoeker

Afd. Heelkunde: dr. O.R.C. Busch, chirurg.

Afd. Verloskunde en Gynaecologie: prof. dr. M.J. Heineman, gynaecoloog.

Universiteit van Californie, Los Angeles, Verenigde Staten, afd. Epidemiologie: dr. O.A. Arah, epidemioloog.

Contact dr. M.J.M.H. Lombarts (m.j.lombarts@amc.uva.nl)

Verantwoording

De ontwikkeling en uitvoering van het SETQ-systeem was niet mogelijk geweest zonder de medewerking van de AMC-stafleden en de arts-assistenten (aiossen).
Belangenconflict: dr. Arah wordt financieel gesteund door het NWO (Veni-nummer: 916.96.059).
Aanvaard op 18 januari 2010

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties