Eva Stortelder is een jonge tropenarts die vorig jaar is afgestudeerd aan de tropenopleiding. Sinds begin 2012 werkt ze in een ziekenhuis in Malawi. Haar echtgenoot (een designer) is met haar meegekomen en bouwt kleine windmolens. In 4 weekboeken doet zij verslag van haar ervaringen in het ziekenhuis en haar fascinatie voor de Afrikaanse gang van zaken.
artikel
Het was toevallig dat ik net op de hiv-polikliniek was om iets aan een van de ‘clinical officers’ te vragen over een aids-patiënt op de afdeling. De clinical-officers van de hiv-afdeling zijn geweldig ervaren, enthousiast en kundig. Als er problemen zijn omtrent medicatie, zoals bijwerkingen, allergische reacties of resistentie, kunnen ze me helpen met het vinden van de beste alternatieven. Vanwege ruimtegebrek doen ze spreekuur met z’n tweeën op 1 kleine spreekkamer. In zo’n overvol spreekkamertje stond ik met hen te overleggen toen opeens de deur werd opengegooid en 4 patiënten uit de wachtkamer een aldaar gecollabeerde man in hun armen binnendroegen. De grote, zware man hing bewusteloos in de magere armen van de patiënten. Ze parkeerden hem met een plof op de onderzoeksbank in de hoek van de kamer en verdwenen weer.
Hoogst verbaasd door deze plotselinge actie liep ik naar de man toe. Hij maakte ongecontroleerde bewegingen en had een typische, verontrustende ademhaling. Zijn reddeloze echtgenote was ook het kamertje ingekomen en voor ik het wist stond ik vast te stellen dat de man zo plotseling als hij was binnengedragen, was overleden. Het bleek te gaan om een doodzieke patiënt die een paar uur eerder op de afdeling Interne geneeskunde was opgenomen. Op de opdrachtenlijst bij opname was opgeschreven dat hij getest op en gecounseld moest worden voor hiv. Aangezien dit alleen op de polikliniek gebeurt, had de verpleegkundige van de zaal hem vanuit zijn bed maar meteen naar de poli gesleept en in de wachtkamer gezet, zonder hem van enige behandeling te voorzien of te letten op zijn zeer ernstige toestand. Gewoon domweg doen wat er op je lijstje staat en niet een moment nadenken over wat je nu eigenlijk met dit mens aan het doen bent, vind ik zo verbijsterend.
Terwijl ik nog stond te huiveren van de man met de zeis die zo onverwacht zijn brute intrede had gedaan in een kleine polikamer, kwam er al een peloton verpleegkundigen met witte mondmaskers binnen. Ze trokken de dode zijn schoenen uit en gaven deze aan de ontredderde echtgenote. Daarna knoopten ze een reep verband rond zijn onderkaak en om zijn schedel, en rolden hem met snelle bewegingen in een ziekenhuislaken. Om het laken wikkelden ze opnieuw verband, zodat er binnen 10 minuten een mummie in de kamer lag die werd overgetild op een brancard op wieltjes. Ik staarde de stoet die zich richting het mortuarium begaf met ontzetting na, en hoopte dat er gauw iemand zou komen die de schoenen van de echtgenote zou overnemen en haar hand zou pakken.
Reacties