Lumbaalpunctie en inklemming

Klinische praktijk
H. van Crevel
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:793-5

Zie ook het artikel op bl. 803.

Dames en Heren,

Onze hersenen liggen goed beschermd in onze schedel. De schedelholte is verdeeld in compartimenten door harde vliezen zoals het tentorium, waarin zich een opening bevindt waardoor de hersenstam loopt. De enige grote opening in de schedel is die naar de wervelkolom, waardoor de verbinding loopt van hersenstam met ruggemerg. De prijs die wij voor deze stevige bescherming van de hersenen betalen, is de mogelijkheid van inklemming. Inklemming is het gevolg van ruimte-innemende afwijkingen in een of meer schedelcompartimenten. Inklemming van de grote hersenen door de opening in het tentorium veroorzaakt druk op de rostrale hersenstam, inklemming van de kleine hersenen door het achterhoofdsgat druk op de caudale hersenstam (figuur 1).

Inklemming kan de natuurlijke doodsoorzaak zijn bij ruimte-innemende afwijkingen, maar kan ook veroorzaakt worden door lumbaalpunctie (LP) bij patiënten met een ruimte-innemende afwijking. De bedoeling van deze klinische les…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Neurologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Prof.dr.H.van Crevel, neuroloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Maastricht,

Met belangstelling lazen wij de klinische les van Van Crevel (1993; 793-5). De onscherp begrensde papillen met multipele bloedingen en ‘cotton wool’-exsudaten (figuur 3) duiden op een acuut stuwingsproces. Bij chronische stuwingspapillen zijn meestal geen bloedingen en exsudaten meer te zien, en zijn de papillen bleek en niet hyperemisch; de excavatie is dan ook opgevuld. Deze kenmerken van een chronische stuwingspapil zijn op deze kleurenfoto niet aanwezig. Een pseudotumor cerebri – ‘benigne (idiopathische) intracraniële hypertensie’ – veroorzaakt door geneesmiddelen gaat voor zover ons bekend niet met zoveel bloedingen en exsudaten gepaard.1-5

Ten slotte willen wij erop wijzen dat men bij figuur 3 (a) in het linker oog kijkt en bij (b) in het rechter oog.

B.C.P. Polak
R. Wijngaarde
M.R. Beintema
Literatuur
  1. Hayreh MS, Hayreh SS. Optic disc edema in raised intracranial pressure. I. Evolution and resolution. Arch Ophthalmol 1977; 95: 1237-44.

  2. Hayreh SS, Hayreh MS. Optic disc edema in raised intracranial pressure. II. Early detection with fluorescein fundus angiography and stereoscopic color photography. Arch Ophthalmol 1977; 95: 1245-54.

  3. Polak BCP, Henkes HE. Bijwerkingen van geneesmiddelen in de oogheelkunde. [LITREF JAARGANG="1987" PAGINA="2254-7"]Ned Tijdschr Geneeskd 1987; 131: 2254-7.[/LITREF]

  4. Miller NR. Walsh and Hoyt's clinical neuro-ophthalmology. 4th ed. London: Williams and Wilkins, 1982 (vol. 1: 181).

  5. Huber A, Blodi FC. Eye signs and symptoms in brain tumors. 3rd ed. St. Louis: Mosby, 1976: 147, fig. 2-34.

Amsterdam, mei 1993,

Ik dank de collega's Polak, Wijngaarde en Beintema voor hun reactie. Inderdaad hebben deze papillen de kenmerken van een acuut stuwingsproces, al duiden de beginnende vaatafwijkingen en de duur van de klachten op een overgang naar de chronische fase.1 Er heeft geen links-rechts-verwisseling plaatsgevonden, wel een onder-boven-vergissing; nochtans komt de visuele boodschap ‘ernstige stuwingspapillen’ duidelijk over. Dan de diagnose ‘benigne intracraniële hypertensie’ (BIH) en het verband met de gebruikte medicamenten. Ik schreef dat de patiënt BIH had, ‘mogelijk’ door het gebruik van tetracycline. Klinisch beeld, aanvullend onderzoek en verloop zijn in overeenstemming met de diagnose ‘BIH’. Inderdaad waren de stuwingspapillen bij deze patiënt ongewoon ernstig voor BIH, en was de liquordruk ongewoon hoog. Dat was mede de reden om deze patiënt te bespreken: ondanks deze ernstige afwijkingen was lumbaalpunctie zonder gevaar, omdat CT van de hersenen normaal was. Mijn aanduiding ‘mogelijk’ bij het verband met de gebruikte tetracycline berust op 2 recente patiënt-controle-onderzoeken die geen steun geven aan de veronderstelling dat antibiotica de oorzaak kunnen zijn van BIH.23

H. van Crevel
Literatuur
  1. Sanders MD. A classification of papilloedema based on a fluorescein angiographic study of 69 cases. Trans Ophthalmol Soc UK 1970; 89: 177-97.

  2. Ireland B, Corbett JJ, Wallace RB. The search for causes of idiopathic intracranial hypertension. A preliminary case-control study. Arch Neurol 1990; 47: 315-20.

  3. Giuseffi V, Wall M, Siegel PZ, Rojas PB. Symptoms and disease associations in idiopathic intracranial hypertension (pseudotumor cerebri): a case-control study. Neurology 1991; 41: 239-44.