Kinderen en tabak

Klinische praktijk
K. Knol
M. Colombijn
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:2329-31

Zie ook het artikel op bl. 2337.

Dames en Heren,

Elk klinisch vak heeft preventieve facetten. Voor de kindergeneeskunde geldt dat eveneens. Een sprekend voorbeeld is het vaccinatieprogramma ter voorkoming van infectieziekten. Van belang is ook het weren van schadelijke niet-infectieuze prikkels. Tabaksrook is daarvan één van de belangrijkste.

Patiënt A, een jongen van 13 jaar, heeft CARA waarvoor hij al enkele jaren onder controle van de kinderarts staat. Zijn toestand is met een onderhoudsdosering van corticosteroïden per inhalatie en soms korte tijd met een bronchusverwijdend medicament vrij goed. Het najaar is zijn moeilijkste tijd. Bij poliklinisch spirometrisch longfunctie-onderzoek wordt dan vaak een flinke expiratoire adembelemmering bemerkt. Deze keer werd op het spreekuur voor het eerst gevraagd naar het roken van sigaretten. Moeder deelde mee dat zij op het roken toezag: patiënt en zijn twee jaar oudere broer kregen elk iedere dag 4 sigaretten en daar moest het bij blijven…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Kinderkliniek, afd. Kinderlongziekten, Oostersingel 59, 9713 EZ Groningen.

Prof.dr.K.Knol, kinderarts; M.Colombijn, assistent-geneeskundige.

Contact prof.dr.K.Knol

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties