Intracraniële hypertensie met ernstige en blijvende visusdaling en gezichtsvelduitval na gebruik van orale tetracycline

Klinische praktijk
A. Altinbas
H.A.L.F. Hoogstede
S.L.M. Bakker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1908-12
Abstract

Samenvatting

Een jonge vrouw van 24 jaar met normaal postuur en niet-afwijkende bloeddruk kreeg intracraniële hypertensie na gebruik van tetracycline per os. Bij neuro-oftalmologisch onderzoek werden verlaagde visus, papiloedeem en concentrisch beperkte gezichtsvelden gevonden. Zij werd behandeld met acetazolamide en meerdere lumbaalpuncties en herstelde, afgezien van de visus en het gezichtsveldverlies. Intracraniële hypertensie is een vrij zeldzaam ziektebeeld van verhoogde druk binnen de liquorruimten zonder structurele afwijkingen van de hersenen of hydrocefalus, en wordt als idiopathisch geduid indien er na analyse geen oorzaak gevonden wordt. Tetracycline als oorzaak voor intracraniële hypertensie dient te worden overwogen indien een patiënt enkele dagen na inname klaagt over niet eerder bekende hoofdpijn. Naast hoofdpijn is de aanwezigheid van dubbelzijdig papiloedeem, achteruitgang van de visus of uitval van het gezichtsveld reden tot snelle verwijzing naar een neuroloog. De behandeling bestaat uit herhaalde lumbaalpuncties en medicatie. Chirurgische interventies zijn lumboperitoneale drainage en N.-opticus-fenestratie. Intracraniële hypertensie kan leiden tot blijvende en voor de patiënt invaliderende visusdaling en gezichtsvelduitval.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1908-12

Auteursinformatie

Amphia Ziekenhuis, Molengracht 21, 4819 CK Breda.

Afd. Neurologie: mw.A.Altinbas, co-assistent (thans: assistent-geneeskundige, Ziekenhuis Hilversum, afd. Neurologie, Hilversum); hr.dr.S.L.M.Bakker, neuroloog.

Afd. Oogheelkunde: hr.H.A.L.F.Hoogstede, oogarts.

Contact hr.dr.S.L.M.Bakker (sbakker@amphia.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Emmen, oktober 2005,

Met interesse las ik de casuïstische mededeling van Altinbas et al. (2005:1908-12) over idiopathische intracraniële hypertensie (IIH) na oraal tetracyclinegebruik. Terecht stellen de auteurs dat deze zeldzame complicatie van tetracyclinegebruik ernstige gevolgen kan hebben voor het visuele systeem.1 2 De auteurs hebben mij echter niet overtuigd dat de in de casus beschreven IIH daadwerkelijk het gevolg was van tetracyclinegebruik.

Ten eerste baseren de auteurs hun conclusie dat de IIH in de casus het gevolg was van tetracyclinegebruik eigenlijk alleen op het feit dat bij patiënte na een 15-daagse tetracyclinekuur symptomen van IIH ontstonden. Patiënte kreeg echter pas klachten 2-4 weken na het staken van het tetracyclinegebruik. De duur van de klachten is overigens geen betrouwbare maat voor de duur van de IIH.1

Ten tweede, omdat het gebruik van tetracycline al gestopt was voordat de verhoogde liquordruk werd gemeten, kon het effect van het staken van de tetracycline niet worden vastgelegd. Een ‘rechallenge’ werd begrijpelijkerwijze niet uitgevoerd, maar een follow-up van patiënte om een recidief uit te sluiten, ontbreekt ook.

Ten derde is de tijdsrelatie tussen IIH en het optreden van visuele symptomen tot dusverre niet geheel duidelijk.1 De in de casus beschreven gezichtsvelduitval is zo ernstig dat de patiënt ongeveer voldoet aan de WHO-definitie van ‘maatschappelijk blind’. Dergelijke ernstige visuele uitval is zeldzaam bij IIH en zou pas op kunnen treden na vele maanden of zelfs jaren van IIH.1 Als wij ervan uit zouden gaan dat de IIH in de casus het gevolg was van tetracycline, dan kon de IIH bij diagnose echter slechts maximaal 3 maanden hebben bestaan.

Mijn hypothese is derhalve dat de casus een geval moet zijn van langdurige IIH met een andere oorzaak; patiënte kreeg toevallig in aansluiting op een 15-daagse kuur tetracycline klachten passend bij een al veel langer bestaande IIH.

J.P. Boot
Literatuur
  1. Corbett JJ, Savino PJ, Thompson HS, Kansu T, Schatz NJ, Orr LS, et al. Visual loss in pseudotumor cerebri. Follow-up of 57 patients from five to 41 years and a profile of 14 patients with permanent severe visual loss. Arch Neurol. 1982;39:461-74.

  2. Wall M, George D. Visual loss in pseudotumor cerebri. Incidence and defects related to visual field strategy. Arch Neurol. 1987;44:170-5.