Instroom patiënten protonencentra nu volgens verwachting, na trage start

Hordijk has tried to describe the process about how the proton centers (PTC) came about, and to what extent the expectations regarding the numbers of patients have come true. In his article, the author states that there is a huge overcapacity for proton therapy. In this commentary we substantiate that this statement is incorrect in our opinion. There is no question of overcapacity: the fact that we do not yet treat the licensed patient numbers with proton therapy, 2 to 3 years after the start of proton therapy in the Netherlands, has to do with a calculated build-up (ramp-up) phase. In this commentary we explain why a ramp-up is inevitable with these types of complex innovations, and also why the ramp-up is slightly slower than expected. However, we certainly expect the growth to continue over the next 2 years, so that the patient numbers will be in line with the expected capacity.

Conflict of interest and financial support: none declared.

Nederland telt drie protonencentra. Onderzoeksjournalist Lucien Hordijk beschrijft hoe deze centra tot stand zijn gekomen en concludeert dat er een overcapaciteit is voor protonentheapie. Dit is de reactie op zijn artikel vanuit de Nederlandse protonencentra.

In zijn artikel over de protonencentra, dat elders in het NTvG is verschenen, heeft Lucien Hordijk geprobeerd te beschrijven hoe deze centra tot stand gekomen zijn en in hoeverre de verwachtingen met betrekking tot de aantallen patiënten zijn uitgekomen.1 In dat artikel stelt hij dat er ‘opgeklopte cijfers’ gebruikt zijn, zodat er nu een enorme overcapaciteit is voor protonentherapie. Wij vinden echter de argumenten waarmee hij zijn verhaal onderbouwt, niet juist.

Geen overschatting

Hordijk stelt dat de Nederlandse ziekenhuisbestuurders het aantal behandelingen fors hebben overschat. Dit klopt volgens ons echter niet. In 2016 is de eerdere capaciteitsbehoefte uit 2009 geactualiseerd (Actualisatierapport NVRO) op basis van onafhankelijke cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie. Daarin kwam men uit op de verwachting dat 5000 tot 6000 patiënten per jaar een klinisch relevant voordeel van protonentherapie kunnen hebben. In de radiotherapiecentra die direct zijn betrokken bij de protonencentra komt het percentage patiënten…

Artikelinformatie

Aanvaard op

16 december 2021

20 december 2021

In print verschenen in

week 5 2022

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D6620

Vakgebied

Kanker

Auteursinformatie

Maastricht University Medical Centre+, afd. Radiotherapie (Maastro), GROW school voor oncologie en ontwikkelingsbiologie, Maastricht: prof.dr. L.J. Boersma*, radiotherapeut-oncoloog.

* Namens de protonencentra van UMC Groningen, Holland PTC en Maastro

Contact L.J. Boersma (liesbeth.boersma@maastro.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Gerelateerd

Protonencentra wachten op patiënten die niet komen