Het verloop van diabetische retinopathie tijdens behandeling met continue subcutane insuline-infusie

Onderzoek
J.M.M. Hooymans
E. van Ballegooie
W.D. Reitsma
N.M.J. Schweitzer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:624-8
Abstract

Samenvatting

Het verloop van diabetische retinopathie werd onderzocht bij 35 patiënten met diabetes mellitus type I tijdens 1 jaar continue subcutane insuline-infusie (CSII). Bij vier patiënten ontstond binnen 4 tot 8 maanden na de instelling op CSII een zeer ernstige proliferatieve retinopathie. Bij 8 patiënten nam de niet-proliferatieve retinopathie in mindere mate toe. Bij 5 patiënten verminderde de retinopathie. Bij geen van de patiënten zonder fundusafwijkingen ontstond een diabetische retinopathie. Twee van de 6 patiënten met een proliferatieve retinopathie toonden een toeneming van de fundusafwijkingen.

Dertien van de 35 patiënten kregen 2-5 jaar CSII. Na het eerste jaar CSII toonden patiënten met een niet-proliferatieve retinopathie slechts weinig veranderingen in het fundusbeeld, terwijl de retinopathie bij 3 van de 6 patiënten met een proliferatieve retinopathie toenam.

Kort na de instelling op CSII kan de diabetische retinopathie aanzienlijk toenemen. Regelmatige oogheelkundige controle is, zeker tijdens het eerste jaar van de behandeling, noodzakelijk.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Oogheelkunde, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Dr.J.M.M.Hooymans en prof.dr.N.M.J.Schweitzer, oogartsen; dr.E.van Ballegooie en prof.dr.W.D.Reitsma, internisten.

Contact dr.J.M.M. Hooymans

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties