artikel
In onze westerse samenleving staat veiligheid voorop. ‘Better safe than sorry’, zeggen we in Europa. Dat heet het voorzorgprincipe. Voorzorg houdt in dat je iets niet moet doen als je niet zeker weet of het veilig is. Dat klinkt logisch. Zo worden chemicaliën niet op de Europese markt toegelaten als de stoffen niet veilig zijn. Dat deze benadering op gespannen voet staat met wetenschappelijke vooruitgang, nemen we voor lief. Risico’s horen bij wetenschap, maar niet bij ons verlangen naar een absoluut veilige maatschappij. Optimale bescherming van onze gezondheid proberen we vorm te geven door te rationaliseren en risico’s uit te bannen.
Sinds de Verlichting zijn wij, westerse mensen, immers rationele mensen. Het autoriteitsgeloof hebben wij achter ons gelaten. We begrijpen wat we doen en laten ons leiden door ons verstand. Risico’s vermijden we en we handelen navenant. Voor een arts geldt dat bij uitstek. De arts is academisch geschoold. Hij heeft geleerd ‘evidence-based’ te werken. Je kunt van hem dus niet anders verwachten dan rationaliteit, toch?
Veel gezondheidsbevorderende handelingen hebben een sterk hocus pocus-element. Ze helpen wel maar werken niet! Dit wordt vaak vergeten. Soms herkennen we echter de effectiviteit van deze magische handelingen en spelen er bewust op in. Een jongen valt op zijn knie. Moeder legt een snoepje op de zere knie en vertelt erbij dat de pijn in het snoepje trekt. Als de pijn helemaal weg is, mag de jongen het snoepje opeten. Een uiterst effectieve therapie. De pijn verdwijnt snel. Het snoepje helpt goed, maar werkt het ook?
Bij homeopathische middelen treedt dit verschijnsel ook op. In de hierbij toegepaste verdunning is geen enkel werkzaam molecuul meer te vinden. Toch helpt het homeopathisch middel. Een hocus pocus-fenomeen bij uitstek.
De medicijnman werpt enkele kippenbotjes en doet een uitspraak. De arts sluit een consult erg gemakkelijk af met een ritueel in hanenpoten uitgeschreven recept. Een recept is als het snoepje op een zere knie. We hebben intussen een ruim gevulde, grote snoeptrommel met antidepressiva, tranquillizers, slaapmiddelen – het kan niet op. Artsen zijn goede moeders en delen wel ettelijke miljoenen snoepjes per jaar uit. Aandacht voor de klacht heeft een gunstige uitwerking: de snoepjes zelf hebben soms een nare bijsmaak.
Door patiënten bloot te stellen aan de farmacologische betovering van de medicijnman hopen we ziekterisico’s te bezweren. Farmacologie is eigenlijk het toepassen van een selectieve vorm van toxiciteit. Met de toxische behandeling, die soms minder selectief is dan gewenst, ligt gezondheidsschade uiteraard op de loer. Westerse medicijnmannen bevorderen welzijn maar vormen tegelijkertijd een risico voor de gezondheid.
Absolute veiligheid is een utopie. Het leven krijgt glans door het nemen van risico’s. Met dit besef worden wetenschap en vooruitgang bevorderd en kunnen we terecht vertrouwen op de werkzaamheid van de huidige medicijnen. Het risico van het rituele recept vormt tegelijkertijd het succes van de medicijnman!
Hokus pokus fenomeen
Afwezigheid van moleculen wordt gezien als reden dat homeopathie geen effect kan hebben. Andere basiswetenschappen dan de voor artsen gebruikelijke, die dit bezwaar tegen homeopathie niet ondersteunen, blijven over het algemeen buiten beschouwing. Prof. Roy, auteur van een lezenswaardig artikel dat de validiteit van het argument van Aalt Bast weerspreekt, is niet de eerste de beste op het terrein van de materiaalwetenschap (zie: Roy R e.a. The structure of liquid water; Novel insights from materials research; Potential relevance to homeopathy. Materials research Innovations. 2005;577-608). En er is onderzoek dat niet verenigbaar is met Bast's stelling. De laatste 10 jaar is er ook vernieuwend onderzoek naar ultramoleculaire verdunningen van de grond gekomen (zie bijvoorbeeld: Rey L. Thermoluminescence of ultra-high dilutions of lithium chloride and sodium chloride. Physica A. 2003;323:67-74. Meer referenties op verzoek leverbaar). De discussies over homeopathie zouden veel interessanter kunnen zijn wanneer we meer basisvakken erin zouden betrekken!
JCH Jansen, arts voor homeopathie