Op initiatief van de Geneeskundig Hoofdinspecteur voor de Geestelijke Volksgezondheid is in de jaren ‘70 een centrale wachtlijst zwakzinnigenzorg (CWZ) opgezet met als hoofddoel het bewerkstelligen van een rechtvaardige verdeling van de beschikbare plaatsen in de instellingen voor zwakzinnigenzorg.
De noodzaak van een dergelijk initiatief en de formulering van de doelstelling geven reeds aan dat sprake is van een (te) schaars goed en dat reeds gedurende vele jaren een krapte aan plaatsingsmogelijkheden in de zwakzinnigenzorg bestaat. Uit kranteberichten van de laatste jaren kan een ieder duidelijk zijn dat de schaarste alleen maar is toegenomen.
In de brief d.d. 4 juni 1990 waarin de staatssecretaris de Nationale Raad voor de Volksgezondheid verzoekt hem te adviseren, is zijn uitgangspunt dat het overheidsbeleid met betrekking tot mensen met een geestelijke handicap zich richt op de beschikbaarheid van voldoende en kwalitatief toereikende zorgvoorzieningen. Daartoe vraagt hij de Raad hoe de bestaande maar onbevredigend functionerende…
Reacties