Gemiste letsels bij de opvang van ernstig gewonde ongevalspatiënten op de afdeling Spoedeisende Hulp

Onderzoek
J.M.R. Meijer
M. Janssens
E.R. Hammacher
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1742-5
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepalen van de frequentie waarmee letsels op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) worden gemist en opsporen van de mogelijke oorzaken hiervan.

Opzet

Retrospectief.

Methode

Van ernstig gewonde slachtoffers van ongevallen (‘Hospital trauma index-injury severity score’ (HTI-ISS) ≥ 14) die in 1996 werden opgevangen op de SEH-afdeling van het Academisch Ziekenhuis Utrecht werd in het geautomatiseerde bestand nagegaan of er letsels waren gemist. Een gemist letsel werd gedefinieerd als een letsel dat niet werd gevonden bij de opvang op de SEH-afdeling en alsnog werd vastgesteld in de kliniek of in het revalidatiecentrum. De groepen patiënten met en zonder gemiste letsels werden met elkaar vergeleken wat betreft mogelijke risicofactoren voor het missen van letsel.

Resultaten

Van de 376 ernstig gewonde patiënten in 1996 hadden 329 voldoende follow-updocumentatie. Van deze 329 patiënten hadden 37 (11) in totaal 47 gemiste letsels. De letsels die het frequentst werden gemist waren fracturen (n = 25), gevolgd door zenuwletsel (n = 14). Bij 13 patiënten (35) had dit consequenties voor de behandeling. Patiënten met gemist letsel hadden een hogere HTI-ISS, werden vaker primair verwezen naar de SEH-afdeling en vaker 's nachts opgevangen, vergeleken met patiënten zonder gemist letsel. De ervaring van de behandelende assistent-geneeskundigen verschilde niet in beide groepen patiënten.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Utrecht.

Afd. Spoedeisende Hulp: M.Janssens, automatiseringsmedewerker.

Contact Afd. Heelkunde: J.M.R.Meijer, co-assistent; dr.E.R.Hammacher, chirurg

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Den Haag, augustus 1999,

Het artikel van Meijer et al. toont dat bij 11% van de ernstig gewonde patiënten die op de afdeling Spoedeisende Hulp van het Academisch Ziekenhuis Utrecht (AZU) werden binnengebracht de complete diagnose niet in eerste instantie op die afdeling gesteld werd (1999:1742-5). Voor eenderde van de betreffende patiënten had dit tot gevolg dat zij alsnog een operatie, gipsimmobilisatie of een thoraxdrainage moesten ondergaan. Het onderzoek was beperkt tot ernstig gewonde slachtoffers die nietaansluitend uit de medische zorg ontslagen werden en bij wie de diagnose vermoedelijk binnen enkele dagen gecompleteerd werd.

Het onderzoek omvatte de 376 patiënten met een ‘Hospital trauma index-injury severity score’ (HTI-ISS) van 14 of hoger. Van deze groep komt er blijkbaar gemiddeld per dag 1 op de afdeling Spoedeisende Hulp van het AZU binnen. De vraag dringt zich op hoe het zal aflopen met de vele honderden patiënten die dagelijks met (ogenschijnlijk) geringer letsel binnenkomen in het AZU en bij andere soortgelijke afdelingen van academische en perifere ziekenhuizen in den lande. Zou ook bij hen in omstreeks 11% van de gevallen een diagnose gemist worden en zouden deze patiënten naar huis gestuurd worden?

De auteurs wijzen erop dat het missen van letsels behalve medische zelfs juridische gevolgen kan hebben. Zij citeren daarbij een Amerikaanse publicatie. Ik wijs erop dat er in Nederland diverse bureaus zijn waar artsen fulltime bezig zijn met het adviseren van juristen over letselschade en over de kwaliteit van medisch handelen, wanneer een patiënt vond dat die onvoldoende was.

J.W. Bins