Geen goede argumenten voor de rugligging als standaardbaringshouding tijdens de uitdrijving; een meta-analyse

Onderzoek
A. de Jonge
T.A.M. Teunissen
A.L.M. Lagro-Janssen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1146-50
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken van de wetenschappelijke onderbouwing van het standaard kiezen voor de rugligging gedurende de uitdrijving bij een bevalling.

Opzet

Meta-analyse.

Methode

Er werd literatuur vanaf 1966 gezocht in verschillende databases. Geïncludeerd werden gerandomiseerde klinische trials (RCT's), cohort- en patiënt-controlestudies in de talen Nederlands, Engels, Frans of Duits. Geëxcludeerd werden studies waarvan de hulpverleners onervaren leken in het begeleiden van de baring in alle houdingen die in de studie voorkwamen. Pooling vond plaats met gebruikmaking van het ‘random effects’-model.

Resultaten

Er werden 9 RCT's en 1 cohortonderzoek geincludeerd. Bij rugligging waren er meer instrumentele bevallingen (oddsratio (OR): 1,37; 95-BI: 1,03-1,84) en episiotomieën (OR: 1,73; 1,20-2,50). Het geschatte bloedverlies was minder (gewogen gemiddelde verschil: –58,98 ml; –88,55-–29,41) en er was een lagere frequentie van meer dan 500 ml bloedverlies (OR: 0,52; 0,36-0,75), maar het was niet duidelijk of dit een werkelijk of een geschat verschil betrof. Vrouwen in rugligging ervoeren vaker hevige pijn en vonden het persen moeilijker.

Conclusie

Er bestaan geen goede argumenten voor het standaard kiezen voor de rugligging als baringshouding tijdens de uitdrijving.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, Faculteit der Medische Wetenschappen, vakgroep Huisartsgeneeskunde, afd. Vrouwenstudies, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Mw.drs.A.de Jonge, verloskundige; mw.T.A.M.Teunissen en mw.prof. dr.A.L.M.Lagro-Janssen, huisartsen.

Contact mw.prof.dr.A.L.M.Lagro-Janssen (a.lagro-janssen@hag.umcn.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties