Galzuurtherapie; nieuwe hoop voor patiënten met chronische leverziekten

Klinische praktijk
G.P. van Berge Henegouwen
K.J. van Erpecum
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:696-4

Inleiding

Ongeveer 20 jaar geleden beschreven Danzinger en medewerkers uit de Mayo Clinic dat cholesterolgalstenen met behulp van het galzuur chenodeoxycholzuur (CDCA) opgelost konden worden.1 Helaas bleek later dat CDCA slechts bij een beperkte groep geselecteerde patiënten met kleine galstenen in een goed functionerende galblaas tot bevredigende resultaten leidt.23 Ongeveer 15 jaar geleden toonden Japanse onderzoekers aan dat ook behandeling met het galzuur ursodeoxycholzuur (UDCA) cholesterolgalstenen tot oplossing brengt.4 Omdat UDCA de cholesterolabsorptie in de darm, de uitscheiding van cholesterol in de gal en de vorming van cholesterolkristallen in de gal remt, kan het cholesterolgalstenen tot oplossing brengen.56 UDCA is het 7-?-epimeer van CDCA. Het komt als natuurlijk galzuur bij vele zoogdieren voor en is bij de beer één van de belangrijkste galzuren. In het Verre Oosten bestaat al vele eeuwen een soort ‘volksgeloof’ dat beregal geneeskrachtige eigenschappen bezit bij chronische leveraandoeningen.

In dit…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Gastro-enterologie, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Prof.dr.G.P.van Berge Henegouwen, gastro-enteroloog; dr.K.J.van Erpecum, internist.

Contact prof.dr.G.P.van Berge Henegouwen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties