artikel
Afgelopen week sloeg ik het regionale dagblad De Gelderlander open en viel mijn oog op een column die de titel ‘foute dokters’ droeg. Nieuwsgierig geworden las ik het verhaal. De journalist beschreef de lotgevallen van 4 jonge patiënten die overleden aan een acute hersenbloeding of een aneurysma. Alle patiënten hadden hun dokter kort tevoren gezien. Steevast had deze hun klachten gebagatelliseerd, slechts een paracetamol als panacee aangeboden en zich uitermate bot gedragen. De boodschap: dokters met een ‘foute’ mentaliteit mogen niet dokteren. Enigszins geïrriteerd begon ik aan mijn spreekuur en de titel van de column bleef maar door mijn hoofd spoken. Natuurlijk weet ik dat het waarheidsgehalte van deze patiëntengeschiedenissen lastig te toetsen is. Vaak zijn dit soort verhalen afkomstig uit de derde hand en is de kans groot dat met de ‘waarheid’ een loopje wordt genomen. Toch bleef het knagen. Hoe zijn wij als dokters in een hoek terechtgekomen waar zo opzichtig de klappen vallen? De column van deze journalist staat niet alleen, maar lijkt wel exemplarisch voor de tijdgeest waarbij het handelen van dokters door een vergrootglas wordt bekeken. Misschien hebben we het over ons afgeroepen. Deskundigen roepen dat kanker binnen 20 jaar een ‘chronische ziekte’ is en hitsige persberichten met sensationele doorbraken tuimelen in de media over elkaar. Of we dat allemaal waar kunnen maken is stellig de vraag.
Wat verwacht de maatschappij van zijn dokters? Dat ze feilloze apparatsjiks zijn die klip-en-klaar een diagnose stellen, handelend optreden en patiënten behoeden voor alle kwaad dat op hun weg komt? Veel televisieseries lijken dit beeld te bevestigen en voeren een dokter ten tonele die binnen 30 minuten ingewikkelde dossiers oplost en en passant wat levens redt. De realiteit is weerbarstiger en in de spreekkamer gelden andere wetten. Daar is het vooral bijsturen en met kleine stapjes de kwaliteit van leven van de patiënt verbeteren. We weten ook soms gewoon nog niet alles.
Tijdens mijn spreekuur afgelopen week zag ik bijvoorbeeld een patiënte met een ernstige ontsteking van de ileo-anale pouch, die was aangelegd omdat haar dikke darm vanwege colitis ulcerosa was verwijderd. Zij had na de operatie last gekregen van deze pouchitis waardoor ze per dag meer dan 20 maal de wc moest opzoeken. Geen behandeling is hiervoor bewezen goed of fout en samen met haar zoek ik naar een aanvaardbare oplossing (A5553 en A6585).
Die nuance was in de column verdwenen. Ik wens journalisten toe dat ze net als dokters verplichte nascholing moeten volgen, jaarlijks worden getoetst, meetbare kwaliteitsparameters moeten overleggen, en – voordat ze een column publiceren – een time-outprocedure moeten doorlopen.
Reacties