Farmacomorbiditeitskoppeling: een oriënterende studie naar de technische mogelijkheden in Nederland

Onderzoek
R.M.C. Herings
B.H.Ch. Stricker
A. Bakker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1903-7
Abstract

Samenvatting

In een oriënterende studie is de mogelijkheid onderzocht of gegevens over geneesmiddelengebruik uit de openbare apotheek en morbiditeitsgegevens uit de Landelijke Medische Registratie (LMR) geschikt zijn voor een systeem voor farmacomorbiditeitskoppeling. Een combinatie van geboortedatum en geslacht koppelde 3.715 ‘records’ van een apotheek (14.686 patiënten) en een ziekenhuis (8.475 opnames). Vervolgens werd aan een steekproef (n = 1.713) van deze record-paren de praktijkcode van de huisarts toegevoegd. Deze paren werden gevalideerd aan de hand van de originele patiëntengegevens in de apotheek en in het ziekenhuis. Uit deze studie blijkt dat het mogelijk is medicatiehistories van de apotheek aan LMR-bestanden te koppelen. Een combinatie van geslacht, geboortedatum en praktijkcode van de huisarts is geschikt om gegevens uit beide registraties op het niveau van de individuele patiënt met een sensitiviteit van 91,4 (95-BI: 88,8-94,0) en een specificiteit van 96,0 (94,5-97,5) te koppelen. Dit betekent dat in ons land onderzoek naar zowel positieve als negatieve onbedoelde effecten van geneesmiddelen met behulp van farmacomorbiditeitskoppeling tot de mogelijkheden behoort.

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit, afd. Farmaco-epidemiologie, Utrecht. R.M.C.Herings, wetenschappelijk medewerker; prof.dr.A.Bakker, apotheker.

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Inwendige Geneeskunde II, Dr.Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam. Dr.B.H.Ch. Stricker, wetenschappelijk medewerker.

Contact dr.B.H.Ch. Stricker

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties