Erectiestoornissen bij mannen van 50 jaar en ouder: prevalentie, risicofactoren en ervaren hinder

Onderzoek
M.H. Blanker
A.M. Bohnen
F.P.M.J. Groeneveld
R.M.D. Bernsen
A. Prins
S. Thomas
J.L.H.R. Bosch
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:1404-9
Abstract

Samenvatting

Doel

Inzicht verkrijgen in de prevalentie van erectiestoornissen bij 50-plussers, alsmede bepalen van daarmee samenhangende risicofactoren en mate van ervaren hinder.

Opzet

Dwarsdoorsnedeonderzoek.

Methoden

Een groep van 1688 mannen tussen 50-78 jaar, woonachtig in Krimpen aan den IJssel, werd onderzocht door middel van vragenlijsten en metingen in een gezondheidscentrum en een polikliniek Urologie. Het betrof 50 respons op een vraag tot deelname aan alle 3924 mannelijke inwoners, uitgezonderd mannen met een radicale prostatectomie, neurogeen blaaslijden, prostaat- of blaaskanker in de voorgeschiedenis, onvermogen om vragenlijsten in te vullen of het gezondheidscentrum te bezoeken en een negatief advies om mee te doen van de eigen huisarts.

Resultaten

Mannen van 50-54 jaar meldden in 3 erecties met sterk verminderde rigiditeit of afwezigheid van erecties. Dit percentage nam met de leeftijdscategorie toe tot 26 bij mannen van 70-78 jaar. Eenderde van deze mannen gaf aan deze ernstige erectiestoornissen een ‘vrij groot probleem’ tot ‘groot probleem’ te vinden, terwijl 8 van de mannen met geringe erectiestoornissen (erecties met een licht verminderde rigiditeit) die als een probleem beschouwen. Ernstige erectiestoornissen hielden verband met leeftijd, roken, obesitas, plasklachten, en behandeling voor hartklachten of chronisch obstructieve longziekte. Op populatieniveau waren plasklachten en obesitas de belangrijkste risicofactoren.

Conclusie

De prevalentie van erectiestoornissen vertoonde een toename met elke volgende leeftijdscategorie, maar de ervaren hinder was gering. ‘Vermindering van erectiekwaliteit’ lijkt daarom een betere aanduiding dan ‘erectiestoornis’.

Auteursinformatie

Erasmus Universiteit Rotterdam, Instituut Huisartsgeneeskunde, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

M.H.Blanker, huisarts in opleiding; dr.A.M.Bohnen, dr.F.P.M.J.Groeneveld, prof.dr.S.Thomas en prof.dr.A.Prins, huisartsen; mw.R.M.D. Bernsen, statisticus.

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Urologie, Rotterdam.

Prof.dr.J.L.H.R.Bosch, uroloog.

Contact M.H.Blanker (blanker@hag.fgg.eur.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties