Eenzaamheid tijdens lockdown was tijdelijk

Niels J. Elbert
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2022;166:C5085

artikel

In april 2020, aan het begin van de coronacrisis, verdubbelde het aantal eenzame ouderen en volwassenen van middelbare leeftijd. In de daaropvolgende maanden nam de mate van eenzaamheid en sociale isolatie af, terwijl de mate van sociale verbondenheid stabiel hoog bleef. Dit concluderen Isabelle van der Velpen en collega-onderzoekers van het Erasmus MC uit onderzoek onder ruim 5000 Rotterdamse ouderen (Int Psychogeriatr; online 28 januari 2022).

Het onderzoek werd grotendeels uitgevoerd tijdens de eerste lockdown, die liep van 23 maart 2020 tot 11 mei van datzelfde jaar. Het maakte deel uit van het ‘Erasmus Rotterdam Gezondheid en Ouderen’-onderzoek (de ‘Rotterdam Study’), een prospectief cohortonderzoek onder thuiswonende volwassenen van 40 jaar en ouder uit de algemene bevolking in Rotterdam. In de periode 20 april-22 mei 2020 kregen de deelnemers aan deze studie 3 vragenlijsten toegestuurd, met telkens een tussenpoos van 2 weken. De vragen gingen onder andere over verschillende aspecten van sociale gezondheid, zoals eenzaamheid, sociale isolatie en sociale verbondenheid. Deelnemers kregen tot 31 juli 2020 de tijd om de vragenlijsten terug te sturen.

Aan de hand van de antwoorden van de ruim 5000 deelnemers (gemiddelde leeftijd: 68,7 jaar; 57% vrouw) stelden de onderzoekers vast dat de prevalentie van eenzaamheid was toegenomen van 12,6% in de pre-pandemische periode naar 27,9% in april 2020. In de 3 maanden daarna nam de mate van eenzaamheid en sociale isolatie onder de deelnemers af. Ondertussen bleven zij stabiel hoog scoren op het vlak van sociale verbondenheid. Depressieve symptomen, vrouwelijk geslacht, pre-pandemische eenzaamheid, alleen wonen en het niet hebben van een huisdier waren factoren die onafhankelijk van elkaar gerelateerd waren aan enerzijds een hogere mate van eenzaamheid en sociale isolatie en anderzijds een lagere mate van sociale verbondenheid.

De onderzoekers concluderen dat hun resultaten tekenend zijn voor de complexiteit van sociale gezondheid. Ook benadrukken zij dat plotselinge veranderingen in het sociale leven van mensen niet voorbehouden zijn aan een pandemie en dat personen bij wie een slechtere sociale gezondheid op de loer ligt, mogelijk baat hebben bij ondersteuning op maat.

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Covid-19
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties