Een zeldzame oorzaak van een mammagezwel: granulomateuze mastitis

Klinische praktijk
J.C. Regelink
M.K. Bomers
E. Barbé
M.N. Weimann
E.P. Steller
J. Veenstra
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2545-50
Abstract

Dames en Heren,

Bij een patiënt die zich presenteert met een ruimte-innemend proces in de mamma zal het diagnostisch onderzoek er in eerste instantie op gericht zijn een maligniteit uit te sluiten. De differentiaaldiagnose van een gezwel in de mamma is echter veel breder en soms wordt een diagnose pas na enige tijd en door uitsluiting van andere oorzaken gesteld. In deze klinische les willen wij aan de hand van 3 ziektegeschiedenissen uw aandacht vragen voor een zeldzame aandoening: granulomateuze mastitis.

Patiënt A, een voorheen gezonde 37-jarige vrouw, afkomstig uit Irak, presenteerde zich met een ulcererende, pijnlijke zwelling in de linker mamma. Deze zwelling bestond sinds enkele maanden. Drie maanden tevoren was zij bevallen van een gezonde zoon. Reeds tijdens de zwangerschap had zij een pijnlijke linker mamma met enige pusproductie uit het ulcus. Zij maakte een korte periode met koorts door, maar had daarbij geen nachtzweten. Eerder was zij…

Auteursinformatie

Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Postbus 9243, 1006 AE Amsterdam.

Afd. Inwendige Geneeskunde: mw.J.C.Regelink en mw.M.K.Bomers, artsen in opleiding tot internist; hr.dr.J.Veenstra, internist-infectioloog.

Afd. Pathologie: mw.E.Barbé, patholoog.

Afd. Radiologie: mw.M.N.Weimann, radioloog.

Afd. Heelkunde: hr.dr.E.P.Steller, chirurg.

Contact hr.dr.J.Veenstra (j.veenstra@slaz.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

C.C.M.
Bartels

Rotterdam, december 2007,

Ook wij hebben 3 patiënten met granulomateuze mastitis behandeld. Bij 2 patiënten trad de mastitis beiderzijds op, bij één synchroon en bij de ander metachroon met een interval van 2 jaar. Opvallend was dat ook onze patiënten van allochtone herkomst waren, afkomstig uit respectievelijk Peru, Turkije en Pakistan.

Collega Regelink et al. wijzen zeer terecht op de nadelen van chirurgisch ingrijpen bij deze granulomateuze mastitis vanwege het recidiverende karakter, de vaak problematische wondgenezing en het daardoor mutilerende effect van een operatie (2007:2545-50).

Bij 2 van onze patiënten was er ondanks antibioticagebruik een chronisch recidiverend beloop, dat gepaard ging met zeer veel ongemak en pijnklachten. Onze eerste patiënte reageerde heel goed op behandeling met corticosteroïden, maar bij het afbouwen van de dosering trad steeds een recidief op. Naar analogie van wat bekend is bij moeilijk behandelbare sarcoïdose,1-3 ook een granulomateuze ontsteking, hebben wij toen hydroxychloroquine aan de behandeling toegevoegd. Hierop kon de toediening van corticosteroïden zonder problemen worden afgebouwd. De totale duur van de behandeling met hydroxychloroquine bedroeg 2 jaar. Inmiddels is patiënte, vanaf het staken van het medicijngebruik, ruim 2,5 jaar ziektevrij. Ook de tweede patiënte toonde een vergelijkbare gunstige reactie op dit regime met hydroxychloroquine.

Aan de behandelingsadviezen van Regelink et al. willen wij dan ook toevoegen dat men bij een chronisch recidiverend beloop van de granulomateuze mastitis kan overwegen hydroxychloroquine voor te schrijven in een dosering van 400 mg. Afhankelijk van de ernst van de klachten kan dit aanvankelijk worden gecombineerd met prednisolon 30 mg 1 maal per 48 h per os gedurende 2 weken. Als het ziekteproces geheel tot rust is gekomen, kan de dosering verlaagd worden naar 200 mg daags. Het continueren van deze behandeling gedurende 1-2 jaar kan noodzakelijk zijn.

C.C.M. Bartels
A.N. van Geel
J.P. van de Merwe
Literatuur
  1. Adams JS, Diz MM, Sharma OP. Effective reduction in the serum 1,25-dihydroxyvitamin D and calcium concentration in sarcoidosis-associated hypercalcemia with short-course chloroquine therapy. Ann Intern Med. 1989;111:437-8.

  2. Sharma OP. Effectiveness of chloroquine and hydroxychloroquine in treating selected patients with sarcoidosis with neurological involvement. Arch Neurol. 1998;55:1248-54.

  3. Baughman RP, Lynch JP. Difficult treatment issues in sarcoidosis. J Intern Med. 2003;253:41-5.