artikel
Casus
Een 78-jarige patiënte met in de voorgeschiedenis diabetes mellitus type 2, een herseninfarct en auto-immuunhypothyreoïdie kwam op de Spoedeisende Hulp vanwege plotselinge nystagmus, duizeligheid en braken, zonder visusverlies. Omdat de klachten acuut waren ontstaan en vanwege het eerdere herseninfarct verrichtten wij een CT-scan van de hersenen. De scan liet geen bloeding of nieuwe ischemische schade zien. Wij namen de patiënte op en er volgde een MRI-scan van de hersenen om eventuele vertebrobasilaire ischemie op te sporen. Op de MRI werd dorsaal in de sella turcica een hypofysesteen gezien, zonder aanwijzingen voor compressie op het chiasma opticum (figuur).
Een hypofysesteen, in de literatuur ook wel hypofysaire calculus of lithiasis genoemd, werd voor het eerst beschreven medio 19e eeuw. De aandoening is zeldzaam. Hypofysestenen kunnen neurologische symptomen veroorzaken. Bij onze patiënte verdwenen de neurologische symptomen spontaan na een paar dagen; deze klachten leken dus niet samen te hangen met de aanwezigheid van de hypofysesteen. De onderliggende oorzaak is niet geheel duidelijk. Differentiaaldiagnostisch moet worden gedacht aan een ‘Rathke’s cleft’-cyste, een adenoom of een bloeding daarin, tuberculose, craniofaryngeoom, aneurysma, meningeoom en metabole stoornissen.
Laboratoriumonderzoek liet bij onze patiënte een niet-afwijkende prolactine- en cortisolconcentratie zien; de concentratie van de gonadotrofische hormonen was conform de leeftijd. De gecorrigeerde serumcalciumconcentratie was verhoogd (2,77 mmol/l) en de parathormoonconcentratie was hoog, maar binnen de referentiewaarden (6,4 pmol/l). Bij nader onderzoek met bijschildklierscintigrafie werd aan de linkerzijde een metabool actieve bijschildklier gezien. Het is mogelijk dat de hypofysesteen en de primaire hyperparathyreoïdie bij onze patiënte toevallig samen voorkwamen en niet gerelateerd zijn.

Diagnose
Hypofysesteen.
Reacties