artikel
Casus
Een 81-jarige vrouw presenteerde zich met sinds enkele jaren bestaande, progressieve pijn, stijfheid, zwelling en een doof gevoel van de rechter duim. In 1979 had zij beiderzijds een duimbasisprothese (CMC-1) gekregen. Ze gaf aan dat ze zich vaak verslikte en dat de passage van voedsel stagneerde. Patiënte had klachten passend bij het fenomeen van Raynaud. Bij lichamelijk onderzoek zagen wij een forse verdikking aan de gehele buigzijde van de duim. Buigen van de duim was niet mogelijk en zeer pijnlijk. De ulnaire zijde van de linker pols en beide olecrani waren gezwollen en gevoelig. De huid van de vingers toonde sclerodactylie en teleangiëctasieën. Radiologisch onderzoek liet forse calcificaties zien in het verloop van de flexorpees van de rechter duim en ter plaatse van de beide bursae olecrani (figuur). Ook waren er calcificaties zichtbaar rond de epicondyli, de linker pols en op diverse andere plaatsen. De slikfoto toonde een vertraagde motiliteit van de distale oesofagus. De longfunctie was niet-afwijkend. In het bloed werden anticentromeer antilichamen gevonden. Bij patiënte was sprake van een gelimiteerde vorm van sclerodermie, voorheen het CREST-syndroom genoemd, waarbij ‘CREST’ staat voor calcinosis, fenomeen van Raynaud, dysmotiliteit van de oesofagus, sclerodactylie en teleangiëctasieën.

Diagnose
Calcinosis cutis in het kader van een gelimiteerde systemische sclerodermie.
Reacties