Samenvatting
In de praktijk van een arts die vooral patiënten met reumatoïde artritis (RA) behandelde met fenylbutazon en parenterale corticosteroïden deed zich vanaf 1987 een explosie voor van voornamelijk extrapulmonale tuberculose. In totaal werd bij 55 patiënten van de ongeveer 550 patiënten tellende praktijk actieve tuberculose geconstateerd. Bij 6 van hen was sprake van een besmettelijke vorm van longtuberculose. De belangrijkste onafhankelijke risicofactoren die met deze besmetting samenhingen, waren het toegediend krijgen van corticosteroïden (odds ratio (OR): 36,2; 95-betrouwbaarheidsinterval (BI): 8,8-313) en het bezoek aan de praktijk op een dag dat ook een patiënt met besmettelijke tuberculose deze bezocht (χ2-trend: 20,4; p < 0,001). Er was ook een verband tussen tuberculose en RA (OR: 4,4; 95 -BI: 2,2-9,1). Tot de mogelijke oorzaken van deze explosie behoren exogene (her)infectie en endogene reactivatie.
Reacties