Een explosie van voornamelijk extrapulmonale tuberculose in een artsenpraktijk

Onderzoek
C.A. Postema
M.A.J. Bilkert-Mooiman
K. Heesbeen
D.G. Groothuis
L.H. Lumey
H. Houweling
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:2475-80
Abstract

Samenvatting

In de praktijk van een arts die vooral patiënten met reumatoïde artritis (RA) behandelde met fenylbutazon en parenterale corticosteroïden deed zich vanaf 1987 een explosie voor van voornamelijk extrapulmonale tuberculose. In totaal werd bij 55 patiënten van de ongeveer 550 patiënten tellende praktijk actieve tuberculose geconstateerd. Bij 6 van hen was sprake van een besmettelijke vorm van longtuberculose. De belangrijkste onafhankelijke risicofactoren die met deze besmetting samenhingen, waren het toegediend krijgen van corticosteroïden (odds ratio (OR): 36,2; 95-betrouwbaarheidsinterval (BI): 8,8-313) en het bezoek aan de praktijk op een dag dat ook een patiënt met besmettelijke tuberculose deze bezocht (χ2-trend: 20,4; p < 0,001). Er was ook een verband tussen tuberculose en RA (OR: 4,4; 95 -BI: 2,2-9,1). Tot de mogelijke oorzaken van deze explosie behoren exogene (her)infectie en endogene reactivatie.

Auteursinformatie

Geneeskundige Hoofdinspectie van de Volksgezondheid, Rijswijk.

C.A.Postema, geneeskundig inspecteur (thans: Medisch Adviescollege Ziekenfondsraad, Postbus 396, 1180 BD Amstelveen); mw.M.A.J.Bilkert-Mooiman, inspecteur-hygiënist.

Geneeskundige Inspectie van de Volksgezondheid voor Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch.

K.Heesbeen, epidemiologisch medewerker.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Bilthoven.

Afd. Mycobacteriën en Legionella's: dr.D.G.Groothuis, microbioloog.

Centrum voor Epidemiologie: H.Houweling, medisch epidemioloog.

Academisch Medisch Centrum, afd. Klinische Epidemiologie en Biostatistiek, Amsterdam.

Dr.L.H.Lumey, medisch epidemioloog.

Contact C.A.Postema

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties