Een bijzonder consult; de 'tweede mening' nader beschouwd

Klinische praktijk
R.S.G. Holdrinet
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:1310-3

Meindert het Paard (de dokter): ‘Juffrouw Ooievaar, ik vermoed dat u lijdt aan “de Pip”.’

Juffrouw Ooievaar (de patiënte): ‘Dat zou vreselijk zijn... het kan niet waar zijn... ik zal dit onmiddellijk laten onderzoeken door Zaza Zebra.’

Uit: De Fabeltjeskrant 13-3-89.

In toenemende mate zien wij patiënten op ons spreekuur voor het vernemen van een zogenaamde second opinion of tweede mening. Op onze polikliniek betreft dit patiënten met meestal ernstige hematologische aandoeningen. Vaak mochten we daarbij constateren dat het consult bijdroeg tot het oplossen van een bepaald probleem of een bepaalde vraag. Het is ons evenwel niet ontgaan dat deze vorm van raadpleging ook een bron kan vormen voor misverstanden en problemen.

Op grond van onze persoonlijke ervaringen zal in dit artikel worden stilgestaan bij enkele vragen en potentiële problemen die rond dit nieuwe type consult kunnen ontstaan, en stellen wij enkele gedragsregels voor die misschien bruikbaar zijn bij het…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Kliniek voor Inwendige Ziekten, afd. Hematologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Dr.R.S.G.Holdrinet, internist-hematoloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties