artikel
Casus
Een 17-jarig meisje kwam bij de huisarts met rinitis, hoesten, hoofdpijn en intermitterend koorts sinds een week. Bij lichamelijk onderzoek bleek zij beiderzijds gevoelige, vergrote lymfeklieren in de hals te hebben. Opvallend was dat zij naast de genoemde klachten ook sinds een week oedeem van de bovenoogleden had (figuur). De huisarts verwees de patiënte naar de kno-arts om een gecompliceerde sinusitis uit te sluiten. Op de polikliniek KNO constateerden wij bij nasofaryngoscopie een hypertroof, erythemateus adenoïd met beslag erop. De tonsillen waren niet afwijkend en er waren geen aanwijzingen voor sinusitis. De visus en oogbewegingen waren niet afwijkend. Een gecompliceerde sinusitis konden wij met beeldvormend onderzoek uitsluiten. Laboratoriumonderzoek liet licht verhoogde waarden van de infectieparameters zien. De uitslag van serologisch onderzoek naar Epstein-Barr-virus (EBV) bleek positief voor IgM. De EBV-infectie was de verklaring voor het oedeem van de bovenoogleden.
Periorbitale zwelling van de bovenoogleden, met name de laterale zijden, is beschreven als een van de eerste mogelijke symptomen bij een EBV-infectie; de prevalentie van dit symptoom wordt geschat op 5-30%. De eerste rapportage is uit 1952 door Robert J. Hoagland. Dit symptoom draagt zijn naam en wordt het ‘Hoagland sign’ genoemd. De exacte etiologie achter dit verschijnsel is niet bekend. Een hypothese is dat inflammatie van de glandula lacrimalis of stase van lymfeafvloed een rol spelen. De klachten verdwijnen na enkele dagen tot weken vanzelf en behoeven geen aanvullende behandeling.
Diagnose
‘Hoagland sign’ bij een patiënt met een EBV-infectie.
Reacties