Drugsgebruikers en seksueel overdraagbare aandoeningen

Klinische praktijk
J.A.R. van den Hoek
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2626-9

Tot begin jaren tachtig werd er nauwelijks discussie gevoerd over het seksuele gedrag van drugsgebruikers. In het algemeen werd aangenomen dat drugsverslaafden die opiaten en kalmeringsmiddelen gebruikten minder seksueel actief zouden zijn dan de algemene bevolking. De opkomst van de AIDS-epidemie heeft echter geleid tot grote belangstelling voor het seksuele gedrag van onder meer (intraveneuze-)drugsgebruikers, hoofdzakelijk vanwege de rol die zij zouden kunnen spelen bij de heteroseksuele transmissie van het humane immunodeficiëntievirus (HIV) naar hun sekspartners.1 Voor de rol die zij spelen bij de heteroseksuele transmissie van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) was eveneens tot die tijd nauwelijks belangstelling. In de tweede helft van de jaren tachtig bleek echter in de V.S. een aantal SOA sterk toe te nemen, waaronder syfilis en ulcus molle.2 Het aantal gevallen van syfilis nam daar tussen 1985 en 1990 toe met 50, resulterend in het hoogste aantal sinds 1945. Het aantal aangegeven gevallen…

Auteursinformatie

Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GG&GD), sector Volksgezondheid en Milieu, Nieuwe Achtergracht 100, 1018 WT Amsterdam.

Mw.dr.J.A.R.van den Hoek, arts-epidemioloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties