Diep veneuze trombose in de zwangerschap: diagnostiek, behandeling en preventie

Klinische praktijk
K. de Boer
H.R. Büller
J.W. ten Cate
G.H. Weenink
P.E. Treffers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1349-52

Longembolie, de meest gevreesde complicatie van diep veneuze trombose (DVT) is thans een van de belangrijkste oorzaken van moedersterfte.12

Dit artikel beoogt inzicht te geven in de huidige opvattingen over diagnostiek, behandeling en preventie van DVT in de zwangerschap. De voornaamste aandachtspunten zijn de meest geschikte vormen van diagnostiek, effectieve en veilige antistollingstherapie en tromboseprofylaxe bij patiënten met een verborgen risico.

Frequentie

De verschillende gerapporteerde frequenties van trombose in de zwangerschap en in het kraambed zijn weergegeven in respectievelijk tabel 1 en tabel 2. De discrepantie tussen de bevindingen kan verklaard worden door verschillen in ziekenhuispopulaties en door verschillen in tijdsperioden, wat met name van belang is voor de frequentie van DVT in het kraambed, die in de laatste jaren gedaald is.7 Voorts werd in de meeste series alleen gebruik gemaakt van klinische diagnostiek, waarvan reeds lang bekend is dat ze inaccuraat is en tot een…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Centrum voor Hemostase: mw.K.de Boer, destijds assistent in opleiding (AIO) (thans: assistent-geneeskundige, afd. Verloskunde en Gynaecologie); dr.H.R.Büller en prof.dr.J.W.ten Cate, internisten.

Afd. Verloskunde en Gynaecologie: prof.dr.P.E.Treffers, gynaecoloog.

Ziekenhuis de Tjongerschans, afd. Verloskunde en Gynaecologie, Heerenveen.

Dr.G.H.Weenink, gynaecoloog.

Contact mw.K.de Boer

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

M.J.
Korstanje

Maastricht, juli 1990,

In het artikel van K.de Boer (1990;1349-52) wordt onder andere ingegaan op de mogelijkheden ter preventie van trombose in de zwangerschap. Het gebruik van elastische kousen werd evenwel niet genoemd. Volledigheidshalve willen wij er de aandacht op vestigen dat ook ter preventie van een diep veneuze trombose in de zwangerschap elastische kousen gebruikt kunnen worden.1 Bij gebruik van klasse I elastische kousen is door een toegenomen stroomsnelheid van het veneuze bloed2 bij postoperatieve patiënten de trombosekans evident verminderd en mogelijk lager dan bij gebruik van 5000 E heparine 2 dd subcutaan.3 Ook bij ambulante patiënten neemt de stroomsnelheid in de venen toe.4 Bij ambulante patiënten is voor een effect op het diep veneuze systeem echter een druk van ten minste 35 mmHg (klasse III-kousen) vereist. Dat klachten van orthostatische hypotensie en ontwikkeling van varices door elastische kousen worden verminderd is, zeker in de zwangerschap, een gunstige bijkomstigheid.

Elastische kousen kunnen derhalve een behandeling met anticoagulantia ondersteunen en kunnen worden gebruikt voor patiënten bij wie anticoagulantia gecontraïndiceerd zijn of in verband met een nog onvoldoende toegenomen risico op trombose (nog) niet geïndiceerd zijn.

M.J. Korstanje
J.C.J.M. Veraart
Literatuur
  1. Stamm H. Prophylaxe der Thromboembolie in der Schwangerschaft und im Wochenbett. Swiss Med 1985; 7: 37-42.

  2. Schmitt B, Wienert V. Die Wirkung von Antithrombosestrümpfen auf den venösen Ausstrom des menschlichen Beines. Vasa 1990; 19: 35-9.

  3. Borrow M, Goldson H. Postoperative venous thrombosis, evaluation of five methods of treatment. Am J Surg 1981; 141: 245-51.

  4. O'Donnel ThF, Rosenthal DA, Callow AD, Ledig BL. Effect of elastic compression on venous hemodynamics in postphlebitic limbs. JAMA 1979; 242: 2766-8.

Amsterdam, augustus 1990,

Inderdaad kunnen elastische steunkousen met een juist drukprofiel de veneuze terugstroom uit het been bevorderen. De bewijzen uit goed uitgevoerde klinische studies voor de effectiviteit van deze kousen ter preventie van diep veneuze trombose zijn echter beperkt en betreffen vooral postoperatieve patiënten. Extrapolatie naar preventie van trombose bij zwangeren met eerder doorgemaakte veneuze trombose of een deficiëntie van stollingsremmers kan niet zonder meer gebeuren. Vooralsnog blijven wij daarom een voorstander van medicamenteuze profylaxe.

K. de Boer