Diagnostiek van speekselklieraandoeningen

Klinische praktijk
H.P. van den Akker
K. Graamans
W.A. Horrée
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:1754-9

Zie ook het artikel op bl. 1747.

Inleiding

Bij speekselklieraandoeningen kunnen moderne diagnostische methoden van veel waarde zijn. Een goede anamnese en een zorgvuldig uitgevoerd klinisch onderzoek vormen echter nog steeds de basis voor de diagnostiek.1 Soms kan de diagnose vrijwel uitsluitend gesteld worden aan de hand van de anamnese, bijvoorbeeld bij parotitis epidemica en bij speekselstenen. Ook kunnen de leeftijd en het geslacht van de patiënt soms belangrijke aanknopingspunten opleveren. Bij de inspectie moeten de klier, het orificium van de uitvoergang en eventueel de functie van de N. facialis worden bekeken. Door massage van de klier en de uitvoergang, ter vergelijking bij voorkeur beiderzijds, kan een indruk worden verkregen over de speekselproduktie en de samenstelling van het speeksel. Palpatie dient zo mogelijk bimanueel te geschieden. Van belang hierbij zijn de uitbreiding (circumscript of diffuus), de pijnlijkheid en de consistentie van de zwelling. Speekselstenen in de uitvoergang zijn vaak…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Mondziekten en Kaakchirurgie: H.P. van den Akker, kaakchirurg.

Afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde: W.A.Horrée, keel-, neus- en oorarts.

Academisch Ziekenhuis, afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde, Utrecht.

Dr. K.Graamans, keel-, neus- en oorarts.

Contact H.P.van den Akker

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties