Diagnose in beeld (3)

Wat is de diagnose?
F.B. Lammes
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1829
Abstract

Casus

Een vrouw van 62 jaar kwam op het spreekuur van de gynaecoloog wegens niet goed te omschrijven onderbuikklachten. Haar menopauze was 10 jaar geleden begonnen. Zij had geen vaginaal bloedverlies en evenmin mictie- of defecatieklachten. Bij inwendig onderzoek werd rechts boven de uterus een weerstand gevoeld. Bij echografie werd rechts tegen de bekkenkam een vrij solide tumor gezien met wat onregelmatig begrensde structuren als inhoud. De arts dacht aan een teratomateuze ovariumtumor. Bij laparotomie toonden de genitalia interna echter geen afwijkingen. Tegen de rechter buikwand, naast het coecum, bevond zich in adhesies een tumor die met grote moeite van…

Auteursinformatie

Prof.dr.F.B.Lammes, gynaecoloog, Peppinghof 3, 1391 BA Abcoude.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Leeuwarden, november 2000,

Collega Lammes beschreef een casus van lithopaedion (2000:1829). Daarbij was geen röntgenfoto. Onlangs kregen wij in Leeuwarden te maken met deze zeldzame bevinding. Een 45-jarige vrouw kwam onder behandeling wegens een inoperabel cervixcarcinoom. De anamnese was door een psychose slechts zeer beperkt mogelijk. In het kader van de behandeling van het cervixcarcinoom werd een CT-scan vervaardigd waarop schedelbeenderen herkenbaar waren (figuur; beoordeeld door B.M.Doorenbos, radioloog). Bij inwendig onderzoek werd er een uitgebreide tumor met fistelvorming gevonden waarbij in het purulente tumormateriaal ook een stukje hard weefsel werd aangetroffen, dat door de patholoog (mw.C.Brinkhorst) werd geduid als gedegenereerd botweefsel. Uit de heteroanamnese bleek dat bij patiënte 28 jaar geleden bij een zwangerschapsduur van 21 weken vruchtdood had plaatsgevonden, waarbij een intra-uteriene lokalisatie werd verondersteld. Over het verdere beloop van deze zwangerschap bestond geen informatie. Wel was 13 jaar geleden min of meer bij toeval op een röntgenfoto van het abdomen een structuur gezien die op grond van de verkalkte fragmenten geduid werd als een benigne teratoom: een dermoïdcyste van het ovarium (zie de figuur). Echografisch bevond de tumor zich naast een uterus van normale grootte. Patiënte onttrok zich destijds aan verder onderzoek en aan behandeling.

Waarschijnlijk is er destijds sprake geweest van een late extra-uteriene vruchtdood met vorming van een lithopaedion. Opmerkelijk is dat deze afwijking vele jaren later niet als zodanig werd herkend en ten onrechte aangezien werd voor een teratoïde tumor van het ovarium. Het verlies van een zeer waarschijnlijk oud foetaal botfragment per vaginam kon in deze casus verklaard worden door weefseldestructie ten gevolge van het cervixcarcinoom.

Het lithopaedion wordt, behalve in ontwikkelingslanden, steeds zeldzamer omdat een extra-uteriene zwangerschap in het algemeen veel vroeger ontdekt wordt dan in het verleden. Het lithopaedion kan ook voorkomen na een vruchtdood van een intra-uteriene zwangerschap als een spontane baring uitblijft en het vruchtwater wordt geresorbeerd; maar ook dat wordt vrijwel niet meer gezien nu uitblijvende partus (‘missed labour’) adequaat is te behandelen. De tijdspanne van 28 jaar is zeker niet uitzonderlijk voor een lithopaedion; merkwaardigerwijze is deze periode even lang als bij het in 1582 voor het eerst beschreven geval.1

D. Wilbers
Literatuur
  1. Bondeson J. The earliest known case of a lithopaedion. J R Soc Med 1996;89:13-8.