artikel
Casus
Een 59-jarige vrouw meldde zich op onze afdeling Spoedeisende Hulp in verband met sinds een etmaal bestaande pijn in epigastrio. Vanwege een lobulair mammacarcinoom had zij 10 jaar eerder een gemodificeerde radicale mastectomie ondergaan. Daarna had zij aanvullende radiotherapie van de thoraxwand gekregen en adjuvante chemotherapie met kuren cyclofosfamide, methotrexaat en fluorouracil (CMF). Nu had zij diffuse druk- en loslaatpijn met opgeheven leverdemping. Bij patiënte, in linkerzijligging, werd een buikoverzichtsfoto met horizontale stralengang gemaakt; daarop werd geen vrij gas gezien, maar wel een dunnedarmileus. Differentiaaldiagnostisch werd gedacht aan een perforatie van een hol orgaan en aan een strengileus. Vanwege de peritonitis werd een proeflaparotomie verricht; gezien de ileus werd niet voor een diagnostische laparoscopie gekozen. Er werden multipele granulaire afwijkingen gevonden, zowel op de lever als op het gehele colon en het mesenterium van de dunne darm (figuur). Van de afwijkingen werden er 2 pro diagnosi verwijderd. Differentiaaldiagnostisch werd gedacht aan een tuberculeuze peritonitis en aan metastasen van het eerder doorgemaakte mammacarcinoom. Bij microbiologisch onderzoek werden geen afwijkingen gevonden, maar histopathologisch onderzoek bevestigde de diagnose ‘gemetastaseerd mammacarcinoom’. Het postoperatieve herstel was verder ongecompliceerd. Patiënte werd behandeld met een aromataseremmer. CT-onderzoek van het abdomen 6 en 11 maanden na de operatie liet een stabiele situatie zien. De patiënte was bij het laatste follow-uponderzoek klachtenvrij.
Diagnose
Peritonitis carcinomatosa door een bekend mammacarcinoom.
Prof.dr.O.T.Terpstra, chirurg, gaf commentaar op het manuscript.
Reacties