Diagnose in beeld (255). Een vrouw met een pijnlijke hand na gipsbehandeling

Wat is de diagnose?
P. Steenvoorde
J.R. van Ingen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2969
Abstract

Casus

Een 22-jarige-vrouw werd in het ziekenhuis met gips behandeld voor een ongecompliceerde fractuur van de basis van haar linker os metacarpale V, opgelopen na een val. Een week na de fractuur liet de controleröntgenfoto op de polikliniek een goede stand zien. Toen het gips na 4 weken werd verwijderd, waren er bij lichamelijk onderzoek geen afwijkingen. Patiënte werd geadviseerd te oefenen. Zij kwam echter een week later terug vanwege ernstige pijn. Aangezien er op de foto nog weinig callusvorming was, werd besloten nog 3 weken gipsbehandeling te geven. Daarna kreeg patiënte een afneembare spalk. Vier maanden na het ongeval…

Auteursinformatie

Rijnland Ziekenhuis, afd. Heelkunde, Leiderdorp.

Rijnlands Revalidatie Centrum, Leiden.

Hr.J.R.van Ingen, revalidatiearts.

Contact Hr.P.Steenvoorde, assistent-geneeskundige (p.steenvoorde@lumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Helmond, december 2005,

Het artikel van Steenvoorde en Van Ingen (2005:2969) had mijns inziens de titel ‘Een vrouw met een pijnlijke hand na een os-metacarpale-V-fractuur’ moeten hebben. De titel ‘Een vrouw met een pijnlijke hand na gipsbehandeling’ nodigt uit tot het leggen van een causaal verband tussen de pijn en het gips. Dit leidt weer gemakkelijk tot de veelvoorkomende veronderstelling dat het gips wel te strak zal hebben gezeten. Iedere arts die patiënten kent bij wie na gipsbehandeling het complex regionaal pijnsyndroom is ontstaan, weet dat in vrijwel alle gevallen op het gips niets aan te merken viel. Er is wel wetenschappelijk bewijs voor een verband tussen het complex regionaal pijnsyndroom en een voorafgaand letsel.

J.A.M. Reijnen

Leiderdorp, januari 2006,

Collega Reijnen stelt dat de titel van ons artikel onjuist gekozen is omdat deze de indruk geeft dat de gipsbehandeling de pijn in de hand heeft veroorzaakt, terwijl er geen oorzakelijk verband hoeft te zijn tussen deze behandeling en het complex regionaal pijnsyndroom. Natuurlijk heeft hij daarin gelijk; er kunnen meerdere oorzaken zijn van dit syndroom, maar die zijn niet altijd zo eenvoudig aan te wijzen. De titel die Reijnen voorstelt, kan het commentaar uitlokken dat de fractuur van het os metacarpale V niet de oorzaak van het pijnsyndroom is, maar uiteindelijk de val van de fiets, en zo valt er nog verder door te redeneren. Als we de titel ‘Een vrouw met een pijnlijke hand na een val van de fiets’ hadden gekozen, hadden we misschien een fietsenmaker beledigd en een discussie gevoerd over de veiligheid van de moderne fiets. Met ons artikel willen wij ervoor zorgen dat er meer aandacht voor het complex regionaal pijnsyndroom komt, zodat artsen deze aandoening eerder overwegen en de diagnose eerder stellen, waarmee hopelijk de prognose voor de patiënt verbetert. Het commentaar van Reijnen kan hier alleen maar bij helpen.

P. Steenvoorde
J.R. van Ingen