artikel
Casus
Een 72-jarige man werd verwezen wegens een ‘vreemd uitgroeisel’ in de linker knieholte. Patiënt vertelde dat de afwijking al meer dan 5 jaren aanwezig was en als een soort wrat was begonnen. Hij vermeed al zijn hele leven zonlicht. In de linker knieholte werd een pijnloze, schelpvormige, gesteelde, verhoornde zwelling van enige centimeters lang gezien (figuur a): een cornu cutaneum. Op de rest van het lichaam waren alleen enige ouderdomswratten (verrucae seborrhoicae) aanwezig. Regionale lymfeklierstations waren niet afwijkend. De zwelling werd onder lokale anesthesie geëxcideerd en de wondgenezing was per primam. De histologische kenmerken pasten bij een keratoacanthoom. Keratoacanthomen hebben echter meestal een korte ontstaansgeschiedenis; aangezien de afwijking bij deze patiënt niet snel was ontstaan, luidde de uitslag ‘goed gedifferentieerd plaveiselcelcarcinoom’ (zie figuur b). De resectievlakken waren vrij van tumorweefsel.
Een cornu cutaneum is een hoornachtig aangroeisel dat zich kan voordoen op aan zonlicht blootgestelde huid; het komt vaak in het hoofd-halsgebied of op de handrug voor. De afwijking ontstaat als een uitgegroeide wrat (verruca vulgaris) of als gevolg van seborroïsche of actinische keratose (ruwe, schilferende huidplekken). Deze laatste afwijkingen zijn doorgaans benigne, maar er kan ook een premaligniteit (ziekte van Bowen) of maligniteit uit ontstaan. Er zijn geen objectieve pathologische criteria voor het onderscheid tussen een keratoacanthoom en een goed gedifferentieerd plaveiselcelcarcinoom, zodat men de diagnose goeddeels van de anamnese laat afhangen.
‘Cornu cutaneum’ is een klinische diagnose en aanvullende diagnostiek middels echografie of CT is alleen geïndiceerd bij aanwijzingen voor kwaadaardigheid, bijvoorbeeld bij lymfeklieruitzaaiingen. De behandeling bestaat uit ruime excisie; afwijkingen met aanwijzingen voor maligniteit die zich op de extremiteiten bevinden, dient men door middel van een longitudinale incisie te verwijderen in verband met de eventuele noodzaak van re-excisie. In een vroeg stadium volstaat excochleatie, eventueel gevolgd door cryotherapie. Vanwege het plaveiselcelcarcinoom werd met patiënt regelmatige controle op recidief en lymfekliermetastasen afgesproken.
Diagnose
Cornu cutaneum op basis van een plaveiselcelcarcinoom.
Dr.G.van Lijnschoten, patholoog, beoordeelde het microscopische preparaat.
Reacties